Stichting GRAFMONUMENTEN Sint Pieter.
Inleiding: over de naam Eijssen en varianten op deze naam is al veel gepubliceerd o.a. door Edm. M. A. H. Delhougne (redactie): Genealogieën IV - Roermond 1974 en L. Eijssen: Kwartierstaat Eijssen-Oosterbaan - Roermond 1988. Op internet zijn diverse sites te vinden waarin leden van deze familie worden beschreven. In dit project willen wij de tak Sint Pieter beschrijven, d.w.z. de nakomelingen van de familie Eijssen te Sint Pieter, het echtpaar Joannes EIJSSEN en Maria Anna BERDEN. Tevens voeren wij U terug naar het kerkhof van St. Pieter waar enige naamdragers Eijssen begraven zijn. Ook schenken wij aandacht aan de voorouders van deze Joannes Eijssen. De geslachtsnaam Eijssen: Als gevolg van de christianisering van onze streken verdwenen de Germaanse "heidense" namen. Uit de bij de doop ontvangen heiligennamen ontwikkelden zich in de loop der tijd familienamen zoals die van Eijssen, Eussen, Eusschen en Heuschen, een naam wellicht afgeleid van de Heilige Eusebius "de vrome godvruchtige" bisschop en martelaar, wiens tong letterlijk werd gesnoerd. De naam van "noodhelper" - een heilige welke aangeroepen wordt in tijden van ziekte en natuurrampen - Eustachius (oorpijn, buis van Eustachius) is natuurlijk ook niet uit te sluiten als herkomst van de geslachtsnaam (a). De familie Eijssen te Sint Pieter: - Twee wapens (beide schilden ovaal) onder een helm met wrong: 1. een schuinkruis, waardoorheen een paal; 2. gedeeld: drie rozen, paalsgewijs; een boom op een grond. Dekkleden: helmteken: een zeemeermin met opgeheven armen, in de rechterhand een spiegel en in de linkerhand een kam houdende. Lager in een cartouche op de bovenlijst waarvan terzijde een doodshoofd ligt - Langs de zuidmuur van het kerkhof van Sint Pieter: Joannes Eyssen - Maria Anna Berden / Walterus Du Chateau - Maria Gertrudis Piels N.S.G. / Hier Light - Begraven / Den - Eersaemen / Ioannes - Eyssen / Oudt - Borgemeester / Van - De Vrvheydt - St / Peter - Starf - Den / 25 April 1747 / enDE syne Huisvrouwe / Maria A. Berden / Starf - Den 12 Oct 1764 / En Den Eersamen - Walterus / DuChateau Oud Borgemeester / Van de VrYheerlijkheid StPieter / Sterfden 19 Augustus 1828 / ende zyn huis vrouw de Eersame / Maria Gertrudis Piels Gestorven / Den 16 October 1813 / Bidt Godt voor de / Zielen.
De grafsteen is afkomstig uit de kerk van Slavante alwaar deze steen in de vloer lag. Toen deze grafsteen op het kerkhof van St. Pieter terecht kwam, werd deze een zogenaamde leugenzerk (schijngraf): er ligt niemand onder begraven.
Het klooster te Slavante in 1740. De ruines van kasteel Lichtenberg zijn nog duidelijk zichtbaar. Gravure van Hendrik Spilman uitgegeven door Isaac Tirion (1705-1769) uit "Het verheerlykt Nederland of Kabinet van hedendaagsche gezigten", Amsterdam 1754.
De kapel van Slavante, de St. Anthoniuskapel, verkeert in slechte staat van onderhoud. De eigenaar, gemeente Maastricht, dient heel wat achterstallig onderhoud alsnog uit te voeren ter behoud van deze unieke kapel. Vooral de boom aan de buitenzijde is een ernstige bedreiging voor dit cultureel erfgoed. Meer weten over Slavante, zie: Kerkhofkapel locatie Slavante. Foto's: Dhr. Wil Lem en Dhr. René Peels.
Jan (Jean) EIJSSEN werd geboren op 21 februari 1675 te Voerendaal, als zoon van Joannes EIJSSEN (EUSCHEN) en Maria VIJGEN. Jan huwde Anna Maria BERDEN (BEEREN), dochter van Wijnandus BERDEN en Agnes RAEDTS, 13 januari 1705 te St. Pieter. Pastoor Joannes van Valckenborgh van Sint Pieter schrijft dit huwelijk in (e). Huwelijksgetuigen waren Winandus EIJSEN, Anna BERDEN en Ida EIJSEN.
Joannes Eijssen was gezworene en later burgemeester van de vrije heerlijkheid St. Pieter, o.a. in 1725 en 1733. Hij was landbouwer-grondeigenaar en brouwer (1740), eigenaar van het Leijenhuys ("affkomende van de wesen van maestricht") en het Tholenshuys (zoon Lambertus Eijssen verlengt in 1757 de huur van het Tholens Hofken voor de duur van 12 jaar) en het huis de Wintmeulen te St. Pieter, halfwin van de kasteelhoeve Caestert (1740). Hij verkoopt de ouderlijke hoeve "De Breem " onder Overst-Voerendaal op 3 november 1733 aan Nicolaus LEUFKENS. Door het uitkopen van zijn mede-erfgenamen op 28 december 1719 had hij deze hoeve in eigendom gekregen. Samen met zijn vrouw testeert hij op 23 maart 1733 bij notaris F. D. Janssens te Maastricht.
Jan overleed 25 april 1747, 72 jaar oud te St. Pieter en werd begraven te St. Pieter in de kerk van de Minderbroeders te Slavante. Anna werd gedoopt op 29 oktober 1681 te Hoesselt (België). Zij overleed 12 oktober 1764, 82 jaar oud te St. Pieter en werd 14 oktober 1764 bijgezet (kosten tien gulden) in de kerk van de Minderbroeders te Slavante door pastoor Arnoldus FRANSSEN, pastoor te St. Pieter gedurende 40 jaar vanaf 1764 (f); hij woont volgens de Franse telling van 1796 "Op Sint Pietersberg" nummer 81, is dan 65 jaar oud en woont naast de kerk. Arnoldus Franssen (Fransen) was een zoon van Joannes Franssen en Marie Schroenen. Arnold werd gedoopt op 25 januari 1731 te Maastricht, parochie St. Jacob. Doopgetuigen waren Arnold TEUNISSEN en Maria Barbara BRIEE. Hij overleed 10 april 1805, 74 jaar oud en werd 12 april 1805 te St. Pieter begraven.
"Hoeselt was een deel van het koninklijk Frankisch fiscus- of kroongebied, dat vrij spoedig een vrijgemaakt kerkelijk leen was, onder het directe bestuur van de prinsbisschop van Luik. Het centrum van de gemeente toont nog sporen van dit oude Frankische dorp: een driehoekig dorpsplein, met daarrond de woningen; een motheuvel, overblijfsel van de versterkte woning van de plaatselijke heer, uit de tiende eeuw; rondom, en hoofdzakelijk op de zuidgerichte hellingen, de oudste ontgonnen en vruchtbaarste akkers van de dorpsgemeenschap. De verder van het centrum gelegen bossen werden ontgonnen en in cultuur gebracht in de 12de en de vroege 13de eeuw. Alhoewel Hoeselt in de 13de eeuw, en dit tot de opslorping van Loon door Luik in 1323, onder voogdij viel van de Graven van Loon, bleef het Luiks territorium en was er het Luiks recht van toepassing. De goederen en de rechten die de prinsbisschop in Hoeselt bezat, werden vanouds beheerd vanuit de Kellerij door een Kelleneer. Hoeselt was opgedeeld in 8 kwartieren: Dorp, Gansteren, Cruys & Hombrouck, Neroy, Crieckendael, Buckinxlinde, Althoeselt-Dorp en Althoeselt-Brouck, waarover ieder jaar een dorpsmeester of burgemeester werd aangesteld. In 1619 verpandde de prinsbisschop Ferdinand van Beieren de heerlijkheid Hoeselt aan de landcommanderij van Aldenbiesen. Achtereenvolgens voerden Edmond Huyn van Amstenraedt, Godfried Huyn van Amstenraedt van Geleen en Edmond Godfried von Bocholtz de titel Heer van Hoeselt. In 1683 nam het Sint-Lambertuskapittel van Luik de heerlijkheid terug aan zich en benoemde kanunnik Bernard Guillaume de Hinnisdael tot tijdelijk Heer van Hoeselt. In 1706 kocht Willem-Gerard Moffarts de titel Heer van Hoeselt met al de heerlijke rechten er aan verbonden. De familie de Moffarts bleef deze functie ook uitoefenen tot aan de Franse Revolutie." Zie: Hoeselt.Be.
(e) Stichting Oud Sint Pieter: Sint-Pieter vroeger en nu. Nr. 0, najaar 2004. Jo Wilmes: Van Tholenshofke tot Huisje van Frissen.
De huwelijksinschrijving van Joannes Eijsen en Anna Maria Berden te St. Pieter op 13 januari 1705.
Kinderen, allen gedoopt te St. Pieter: i. Joannes Franciscus EIJSEN. Joannes werd gedoopt op 8 januari 1706. Doopgetuigen waren Thomas EIJSEN en Anna BEERDEN. Johannes huwde Gertrudis SCHILLINX (SCHILLINGS), dochter van Gerardus SCHILLINX en Joanna HARST (gedoopt op 3 april 1705 te Voerendaal), 6 juni 1728 (6 juni ondertrouw te Heerlen, protestant te Heerlen op 27 juni 1728) te Heerlen. Huwelijksgetuigen op 6 juni waren Peter SCHILLINGS en Nicolaus ESSCHEN. Johannes overleed voor 24 juli 1747 te Voerendaal en was landbouwer-grondeigenaar.
Bekende kinderen:
ii. Maria Agnetis EIJSSEN; Maria Agnes werd gedoopt op 22 juni 1707 te St. Pieter. DG: Maria SNACKERS en Laurentius MOORS. Zij huwde Waltherus DU CHATEAU, zoon van Ogier DU CHASTEAU (DU CHÂTEAU DU CHÂTEAU DE SLINS) en een onbekende vrouw, 1 juli 1727 te St. Pieter. Walter werd geboren omtrent 1695 en overleed 6 februari 1748 op de Lichtenberg no. 62 zijnde de hoeve Lichtenberg te St. Pieter. Hij was geëmancipeerd door zijn vader voor het Hof van Herstal (België) op 1 augustus 1720. Hij was eigenaar van het goed "Naerenbergh" te St. Pieter, pachter van de graven van Schaesberg en vanaf vermoedelijk de tweede helft van de 18de eeuw pachter van de hoeve Lichtenberg. Hij vertrok 1721 uit Fexhe-Slins naar Borgharen om een boerderij te beheren, de Ferme d´Opharen. Arriveert dan vermoedelijk 1727 op Lichtenberg (de pachttermijn is meestal 6 jaar). Hun zoon Walter, geboren op 15 augustus 1735 te St. Pieter en overleden, 93 jaar oud op 19 augustus 1828 te St. Pieter, huwde 24 oktober 1762 te St. Pieter met toestemming van de pastoor in sinnen (SCHINNEN) Maria Gertrudis PIELS, dochter van Jan PIELS (PEIJLS PIJLS) en Marie LENAERTS. Maria Agnes werd bij de telling in 1763 vermeld als rentenierster. Tevens wordt vermeld dat zij kon beschikken over 3 ploegen, 9 paarden en 5 knechten (Paul PAULUSSEN, Gerard LOURS, Hubert BORGER, Jean COX en Lambert GILSON) en 2 meiden (Marie Anne GELON en Mechteld THIJSSENS) (1). Zij werd begraven op 21 december 1790 te St. Pieter.
De inschrijvingen van Theodoor Ridderbeekx in 1763. In de Chronijk van het dorp Opcanne van Winand Mengels 1740-1778. Transcriptie Victor de Stuers in Publications de la Soc. hist. du Limbourg Tome 24, 1887 - Maastricht, lees men in Korte beschryvinge van het jaer 1765: "dit jaer heeft men beginnen steenen te vaaren ende fondamenten uyt te graven, en selfs eenige muragien aen te leggen, aen de nieuwe winninge genaemt Nerenbergh, gelegen aen de heyde van St. Peter, ontrent de Tombe; dese winninge is gemaekt geworden, of heeft doen timmeren Maria Agnes Eysschen, weduwe van wylen Waltherus du Chateau, die op Lichtenbergh als pachter van den graeve van Schaesbergh eenige jaeren te voren gestorven is [1748], ten tyde van den hier gewesenen oorlogh [Oostenrijkse Successieoorlog, slag bij Lafelt]; men heeft differente jaeren aen dese winnige getimmert, eer dezelve volmaeckt is geweest". Idem 1768: "Den 13 April heeft de wed. du Chateau, pachtersche op Lichtenbergh, eenen pubelycken uytroep gehouden van peerden, koeyen, verckens ende allen het getuygh dienende tot den ackerbouw".
De mergelgroeve de Tombe, ligt onder de zgn."Franse batterij". Deze kanonnenbatterij is aangelegd door Franse troepen tijdens de belegering van Maastricht in 1794. Nu gebruikt men de naam groeve Duchateau, naar de laatste bovengenoemde exploitant. De groeve is begonnen als een traditioneel gangenstelsel, later is er losse mergel gewonnen door de helling af te graven. Enkele jaren geleden is de groeve ontdaan van bomen en struiken.
iv. Guilielmus EIJSSEN gedoopt op 26 januari 1711. Doopgetuigen waren Catharina RAEDTS en Joannes AERTS. Guilielmus huwde (1) Elisabeth PALMAERS 6 juli 1750 te Maastricht, parochie St. Nicolaas. Elisabeth overleed na 13 april 1751. Guilielmus huwde (2) Ida HONINCK (HONINCKX HONINX), dochter van Christianus HONINX en Ida MAURISSEN, 22 april 1754 te Bilzen (België). De huwelijksgetuigen waren Joannes STIELS en Joannes BORRET. Guilielmus (Wilhelmus) werd 5 september 1785 te Bilzen begraven. Ida werd gedoopt op 11 april 1729 te Bilzen. Doopgetuigen waren Georgius CLAESENS en Maria BOELEN. Ida werd begraven op 28 april 1793 te Bilzen. Willem Eijssen (Wilhelmus Eijssen) geboren te St. Pieter bij Maestricht wordt als poorter te Maestricht - afkomstig vanuijt de Vreijheijt St. Pieter in 't lande van Luijck - in het kremer(cremers)ambacht ingeschreven op 3 augustus 1750 (2).
De beide inschrijvingen.
vii. Maria Cornelia EIJSSEN gedoopt 16 juli 1715.
Doopgetuigen: Guilielmus RAEDTS en Cornelia BERDEN. Maria
huwde Egidius GILISSEN, zoon van Godefridus GILISSEN en Anna
CLERMONTS, 25 juli 1742 te
Maastricht, St. Nicolaas. Maria werd begraven op 12 januari 1794 te Maastricht (St.
Nicolaas). viii. Arnoldus EIJSSEN gedoopt 16 april 1717. Doopgetuigen: Rev. Dominus canonicui Losensu Arnoldus VAN DEN BOSCH en domicella Judith CLERCX. Arnold huwde Maria Anna (Joanna) DAENEN, dochter van Petrus DAENEN en Maria MAREES (MARRES), 23 april 1744 te Lanaye (België). Arnold overleed 13 februari 1783 te Beek (Limburg). Hij was landbouwer-grondeigenaar. Pachter van de hoeve "Printhagen" onder Beek.
Benedenste Hoeve van Printhagen: deze is opgetrokken om twee binnenplaatsen. De in vakwerk opgetrokken tussenvleugel is echter gedeeltelijk in baksteen vernieuwd, aan de buitenzijde heeft deze vleugel thans een in- en uitgezwenkte topgevel met afdekkingen, dubbele speklagen en hoekblokken van mergel en in de top een hoekanker en een steen met omrankt jaartal 1744 en IMCW. Verder is ook hier een van de zeldzame fraaie bakovengebouwtjes te zien.
Foto: collectie Dhr. John Caris.
x. Anna Maria EIJSSEN gedoopt 6 november 1721. Doopgetuigen: Bartholomeus MACHIELS en Anna Catharina JANSSEN. Zij overleed 19 maanden oud. Anna werd begraven op 13 juni 1723 te St. Pieter.
xii. Leonardus EIJSSEN gedoopt 20 november 1727. Doopgetuigen: Joanna CLERCX en Leonardus BERTRAND. Leonard overleed 25 december 1802 te Brussel. Leonard was Rooms Katholiek priester. Hij studeerde 5 ½ jaar humaniora te Maastricht en daarna dialectica te Gheel (België). Hij is ingetreden in de Sociëteit van Jezus te Mechelen op 18 oktober 1749 en werd tot priester gewijd te Leuven op 24 september 1763. Hij was leraar aan het Jezuïetencollege te Maastricht van 1753 tot 1759 waarna hij theologie ging studeren in het Theologisch College van de Jezuïeten te Leuven. In 1771 was hij hulpprocurator te Leuven. Ook was hij procureur van het College te Iperen. Vermoedelijk is hij in 1773 mede geïnterneerd in Iperen door het Comité Jésuitique.
De Jezuïeten waren al sinds het midden van de 16de eeuw actief in de Zuidelijke (en later de Noordelijke) Nederlanden. In Maastricht was er al een Jezuïetencollege in 1575. Destijds hadden zij hun intrek genomen in een pand aan de Bredestraat (tegenover de huidige Bonbonnière). Uit deze tijd bestaat nog een handgeschreven bibliotheekcatalogus uit 1733. Bij de opheffing van de orde in 1773 kwam de catalogus in het bezit van de Onze Lieve Vrouwekerk in Maastricht en werd deze later bij de archieven van de Jezuïeten gevoegd, die in bewaring gegeven werden in het Regionaal Historisch Centrum Limburg (het voormalige Rijksarchief Limburg) aan de St. Pieterstraat. Dit handschrift maakt nu deel uit van het archief van de Jezuïeten te Maastricht (14.D022, inventarisnummer 30: Catalogus Librorum Bibliotheca Collegii Trajectensis ad Mosam Societatis Jesu). Bron: Handgeschreven catalogus Maastrichtse Jezuïetencollectie uit 1733.
Foto "Patersschool". Bron: onbekend.
(1) Theodoor Ridderbeekx: Liste des Paroissiens de la Communauté de St. Pierre chez Maestrecht - Maestricht 9 juni 1763 - Rijksarchief te Luik; Fonds des Etats reg. 101. (2) LHG blz. 406, deel 3 en BUL blz. 477 deel 5 [LHG = Luijcks Hooggerecht (Epi); BUL = Burgemeesterboek Luijcks (Epi)]. Zie: Dhr. Ber Swaen: Nieuwe poorters van Maastricht afkomstig vanuijt de Vreijheijt St. Pieter in 't lande van Luijck. Geredigeerd door Dhr. Rob Dresens en Dhr. Breur Henket.
Uit het begrafenisregister van St. Pieter 1727-1796: "die Duodecima octobris 1764 obiit Maria Anna Berden in Hoesselt orta et vidua Joannis Eyssen 14ta ejusdem corpus praecedente cruce per me A. Franssen deductum firit ad Minoritas in Lichtenbergh, quae in corum Ecclesia sepulta et, solutis tamen omnibus juribus meis 10 floreni." Walter DUCHATEAU: uit Limbricht no. 5 en "De Maasgouw" LIX, 1939 blz. 59-60: overleden op Lichtenberg no. 62, zijnde de hoeve Lichtenberg, landbouwer, 93 jaar en 4 dagen, zoon van Waltherus en Maria Agnetis EYSSCHEN, echtgenote van Maria Gertrudis PIELS, die overleed op 70 jarige leeftijd, dochter van Jan en Marie LENAERTS. Johannes EIJSSEN testeerde als burgemeester van St. Pieter met zijn vrouw Maria Anna BERDEN voor notaris F. D. Janssens te Maastricht op 23 maart 1733. Voor deze notaris testeerde 24 juli 1747 Lambertus EIJSSEN, priester, geboren te St. Pieter, zoon van Maria Anna BERDEN en die begraven wilde worden op "den Slavantenbergh, alwaer zijn vader Joannes Eijssen begraeven leijt" (deze zerk is - en waarschijnlijk ook andere zerken zijn - afkomstig van Slavante). Hij noemt de kinderen van zijn broer Johannes EIJSDEN en Geertruyd SCHILLINX.
|