Om een beter inzicht te krijgen in de industriële activiteiten en politieke machtswisselingen binnen Maastricht in de 19de en begin 20ste eeuw, het volgende overzicht:
Eerste akte Burgerlijke Stand in Nederland.

De oudste akte van de Burgerlijke Stand in Nederland: opgemaakt op 4 juli 1796 door Jean-Guillaume Nyssen als agent municipal van Margraten, bij het overlijden van Marie Miessen, oud 86 jaar, weduwe van Philippe Caenen.

1794-1815 Franse Tijd

Onder leiding van generaal Kléber veroverden de Fransen op 4 november 1794 de stad Maastricht. De gouverneur van Maastricht, de prins Van Hessen-Kassel, moest na een beleg van ongeveer 2 maanden capituleren. Maastricht werd de hoofdstad van een Franse provincie: het Departement de la Meuse Inférieur (Departement van de Nedermaas). Na de val van Napoleon vormen België en Nederland een koninkrijk onder Koning Willem I. Na een negen jaar durende strijd (1830-1839) vindt er een deling plaats. Mede door toedoen van Generaal Dibbets blijft Maastricht een (geïsoleerde) Nederlandse stad. In 1867 wordt Maastricht als vestingstad opgeheven.

Op 10 thermidor an IV (28 juli 1796) - tot 1805 werd de zogenaamde Republikeinse kalender toegepast - verschijnt Jean-Abraham Mamin (een in België geboren zoon van een protestantse Franstalige Zwitserse soldaat en van een Duitse moeder) als "Membre de l’administration municipale de la commune de Maestricht Departement de la Meuse Inférieure, élu le six messidor (24 juni) dernier pour rediger les actes destinés à constater la naissance, les mariages et décès des citoyens". De eerste ambtenaar van de Burgerlijke Stand in Nederland dus! 29 Fructidor An 4 (15 september 1796) ondertekent hij de eerste echtscheidingakte in Nederland (betreffende het echtpaar Wilhelmus Meers en Agatha Lenaerts). 5 augustus 1798 koopt deze Mamin het domein Kelchterhoef voor 105.000 Franse franken.

De eerste echtscheidingakte in Nederland.

In de tijd van de Republiek der Nederlanden werden in ons land de registers van doop, huwelijk en overlijden bijgehouden door de diverse kerkgenootschappen. De vereiste nauwkeurigheid, volledigheid en openbaarheid van de registers kon echter op die manier niet worden bereikt. Daarom werd een wet uitgevaardigd - als eerste in Frankrijk in 1792 - dat de overheid deze registers ging bijhouden. Tijdens het consulaat van Napoleon Bonaparte (1799-1804) wordt in 1801 middels het Concordaat van 1801 vrede gesloten met de katholieke kerk. De pastoors werden voortaan betaald als staatsambtenaren en worden dientengevolge verantwoordelijk gehouden voor het handhaven van de openbare orde. In 1804 kondigde Napoleon de Code Civil af, de wet op de Burgerlijke Stand; op administratief, juridische, militair en kerkelijk gebied werd ons land opgenomen in het Franse keizerrijk van Napoleon.

De geallieerden (Russen, Pruisen, Saksen en Zweden) bezetten onze omgeving vanaf januari/februari 1814. Een onrustige tijd van plunderingen en opstootjes volgt. Napoleon I keert terug. De slag bij Waterloo (18 juni 1815) maakt een einde aan zijn imperium. Napoleon wordt verbannen naar Sint-Helena. Maastricht (congres van Wenen) wordt een onderdeel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Koning Willem I).

Na het vertrek van de Fransen in 1813 is de Burgerlijke Stand gehandhaafd. Daarom lopen de zogenoemde tienjarentafels steeds van een jaartal met eindcijfer 3 tot en met een met eindcijfer 2: 1813 tot en met 1822. Er zijn drie soorten registers: het geboorteregister, het huwelijksregister en het overlijdensregister. Deze registers zijn belangrijke bronnen van informatie over personen.

1804-1814/15 Napoleon, keizer der Fransen


1775 De eerste Maastrichtse fabriek: de papierfabriek Het Ancker (in de volksmond "het Pesthuis" genoemd; op en om deze locatie stonden vroeger de pestbarakken) van de drukker en uitgever Lekens
1797 De katoenfabriek van Rigano in de kloostergebouwen van Calvariënberg
1799 De lantaarnfabriek in de kapel van Calvariënberg
1804-1808 De aanleg van de steenweg Maastricht-Tongeren

1815-1840 Willem I, koning der Nederlanden

1816 De lakenfabriek van Hanckar
1817 Oprichting van de (snuif)tabaksfabriek Gebr. Philips
1825 Straatweg naar Aken geopend
1827 Opening Zuid-Willemsvaart
1829 Straatweg naar Verviers geopend
1830-1839 Belgische opstand; isolement van Maastricht
1834 De fabriek voor gekleurd glas van Cartissier
1834 Oprichting glasfabriek door Petrus Regout
1836 Oprichting fabriek voor fijn aardewerk door Petrus Regout
1836 Vestiging van de spijker- en draadnagelfabriek van Thomas Regout
1837 Aanleg stadspark

1840-1848 Willem II, koning van Nederland en hertog van Luxemburg

1846 Vestiging van het chemicaliënbedrijf van de firma Hahmes
1848 Rijksweg Maastricht-Venlo geopend
1849 Oprichting wapenfabriek van Stevens, nadien overgenomen door De Beaumont en Soleil

1850 Kanaal van Maastricht naar Luik geopend. Zie: Nicolaas Hubertus Henket.

1849-1890 Willem III, koning van Nederland en hertog van Luxemburg (-1867)

1850 Het begin van de papierfabriek Lhoëst-Weustenraadt en Cie ("t Lómmelefebrik"), de latere Koninklijke Nederlandse Papierfabriek Leykam nu Sappi
1851 Tweede aardewerkfabriek opgericht door Wijnand Clermont en Charles Chainaye: de Société Céramique ("De Sjerremik")
1853 Spoorweg met Aken
1853 De aardewerkfabriek van Bosch
1854 Straatweg naar Bilsen
1856 Spoorweg met Hasselt
1858 Stadsgasverlichting
1858 De bouw van de ijzerfabriek van Van Oppen
1861 Spoorweg met Luik
1865 Spoorweg met Venlo
1867 Begin van de ontmanteling vestingstad
1868 Afbraak O.L.Vrouwepoort en de St. Maartenspoort
1869 Afbraak St. Pieterspoort en de Hogebrugpoort
1879 Start Zinkwit-fabriek
1883 Stichting Porseleinfabriek Louis Regout (de latere Mosa)
1886 Stadswaterleiding
1886 Staking van de glasblazers van Regout


1887 Parlementaire enquête Kinderarbeid. Zie: De parlementaire enquête Kinderarbeid.

1890-1898 Koningin Emma, regentes der Nederlanden

1891 Stichting Porseleinfabriek te Limmel door Louis Regout
1897 Het nieuwe fabrieksgebouw van de stoomsteenfabriek Belvédère

1898-1948 Wilhelmina, koningin der Nederlanden

1919 De staking in de glas- en aardewerkindustrie
1922 Start van de cementfabriek ENCI
1929 De Zinkwitstaking
1934 De Sphinx sluit in Maastricht een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) af
1937 De rubberfabriek Ceylon

Laatste stuiptrekkingen van een vervuilende industrie in de stad en een daarbij horende typische fabriek- en woonomgeving in 2005.

Dienstverlening, hoogwaardige technologische industrie en bestuurlijke euregionale centra zullen het stadsbeeld in snel tempo veranderen. Wat mijns inziens nog ontbreekt in Maastricht is een goede visie wat betreft de te realiseren infrastructuur (wegen, groen en openbaar vervoer). De plannenmakers denken vaak nog te provinciaal of juist te mondiaal. Mensen met weinig beroepskansen worden steeds vaker gedwongen deel te nemen aan door overheden bedachte werk- en scholingscursussen welke in de praktijk zelden leiden naar betaald en volwaardig werk. Enkel de opleidingscentra varen er wel bij. U kunt mij van het tegendeel overtuigen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Maastricht anno 2008. Deze "brugspagaat" is wellicht het symbool voor de keuzes welke Maastricht dient te maken.

Marianne (La Française) met de jacobijnen muts, symbool van de Franse revolutie.

 

Napoleon (1769-1821), keizer der Fransen van 1804-1814/15.

Napoleon (1769-1821), keizer der Fransen van 1804-1814/15, streefde de eenwording van Europa na. Ook de Bataafse Republiek (vanaf 1795) was een van de vele satellieten van Frankrijk. Onder Napoleon zijn - in deze periode van het neoclassicisme - enorm veel kunstschatten geroofd en naar Parijs gebracht. Na de vernederende nederlaag van de Fransen (slag bij Waterloo, 1815) was Napoleon definitief uitgeschakeld. Hij werd verbannen naar het eiland Sint Helena waar hij zes jaar later onder verdachte omstandigheden  stierf.

 

Handtekeningen van Napoleon Bonaparte.

 

Willem I 1772-1843.

 

Willem II 1792-1849.

 

Willem III 1817-1890.

 

Emma 1867-1927.

 

Wilhelmina 1880-1962.

 

Koningin Juliana 1909-2004.

 

Koningin Beatrix geboren in 1938.

Zilveren noodmunt ter waarde van 100 stuivers, geslagen in opdracht van het stadsbestuur van Maastricht tijdens het Frans beleg van 1794. Het jaartal, de stadsster, de waarde en de initialen van Lambertus Eymael, beëdigd essayeur van het smedengilde, zijn primitief maar duidelijk "afgestempeld".

Het Ancker (A° 1775).

Nicolaas Hubertus Henket werd geboren op 7 november 1829 te Sint Pieter als zoon van Henricus Hubertus HENKET (HINKEN) en Anna Maria ROIJMANS. Hij huwde Jacoba Wilhelmina Geertruida VAN DE WALL, dochter van Jelis VAN DE WALL en Hendrina SPEIJERS, 17 december 1862 te Salatiga in Indonesië. Nicolaas overleed 11 mei 1904, 74 jaar oud te 's-Gravenhage.

N.H. Henket deed in 1848 met goed gevolg examen als landmeter, maar zijn werkkring heeft zich niet tot dat vak beperkt. Hij werd omstreeks die tijd vrijwilliger bij de aanleg van het kanaal Luik-Maastricht, vervolgens heeft hij hier en daar als opzichter of hoofdopzichter bij het aanleggen van water- en spoorwegen gewerkt, vooral om opmetingen te doen, later in Rijksdienst tot in Indië toe. Toen men aan de polytechnische school te Delft een hoogleraar in wegen, spoorbruggen en bruggenbouw zocht, beval ir. T.J. Stieltjens, Henket aan. Hij werd op 3 mei 1866 benoemd en is gebleven tot september 1902. Hoogleraar in de Waterbouwkunde. Waarnemend directeur van de Polytechnische School 1895-1897.
Henket was alom de man voor adviezen inzake de drinkwatervoorziening, maar ook wat betreft spoorwegen en waterwerken. Zo adviseerde hij aan het gemeentebestuur van Maastricht over het onschadelijk maken van de overstromingen veroorzaakt door het
riviertje de Jeker te Maastricht. Zijn plannen werden uitgevoerd met afdoende resultaat. Henket was een man met een helder hoofd en een praktische blik, een geliefd en prettig docent. Hij heeft verschillende publicaties nagelaten.

Het portret van Nicolaas Hubertus Henket werd in houtskool op de mergel in het gangenstelsel Zonneberg("Museum" - een ondergronds museum met muurschilderingen) van Maastricht te Sint Pieter aangebracht door het bekende duo H. van der Veur en Alex Simays op 30 juli 1904.

Auteur niet vermeld. Enkele aanwijzingen betreffende de bezienswaardigheden van het Gangenstelsel Zonneberg St. Pietersberg:

Hendrikus Hubertus van der Veur werd geboren op 24 september 1875 te Maastricht. Hij overleed 1 maart 1944, 68 jaar oud te Maastricht, Brusselsestraat nr. 20. Hij was ongehuwd; schoenmaker, photograaf en boekbinder van beroep. Zijn compagnon Alexander SImays werd geboren op 5 februari 1866 te Maastricht. Hij overleed 15 februari 1944, 78 jaar oud in het Ziekenhuis Calvariënberg te Maastricht. Hij was steendrukker en lithograaf van beroep.

Het Professor Henketplein te Maastricht (zie foto beneden) is naar hem vernoemd; evenals de Professor Henketstraat te Delft. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Het Professor Henketplein te Maastricht.

Nicolaas Hubertus Henket is voor veel Maastrichtenaren een "onbekende bekende" Nederlander. Zie ook: Het kerkhof van St. Pieter bij Maastricht: vak B 1.

Publicaties o.a.:

Advies betrekkelijk een ontwerp van waterleiding voor de gemeente 's Gravenhage, tevens in verband met eene waterleiding voor Leiden door I.P. Delprat; opgemaakt door N.H. Henket. Uitgever 's Hage: Gebr. Giunta d'Albani, 1869.

Duinwaterleiding voor 's Gravenhage en Leiden door N.H. Henket. Uitgever 's Hage: Gebr. Giunta d'Albani, 1869.

Rapport aan den Gemeenteraad van 's-Gravenhage over de waarde van het in Engeland toegepaste "A.B.C.proces" tot zuivering van het rioolwater door E.H. von Baumhauer, S. de Clercq Wz. en N.H. Henket. Uitgever 's-Gravenhage: Gebr. Giunta d'Albani, 1871.

Rapport over de verbetering van het grachtwater te Delft door T.J. Stieltjes, N.H. Henket en C.J. de Bruijn Kops. 1869.

HENKET, N.H., SCHOLS, DR. CH. M., TELDERS, J.M.: Platen behoorende bij de Waterbouwkunde. Vierde deel, afd. XVa, wegen. Traceeren, aardebaan, gewone wegen. 's-Gravenhage: Gebroeders van Cleef, circa 1890.

 

 

Zie verder: http://keretapi.tripod.com/history.html.

4 september 1898: feestelijkheden gehouden op het Vrijthof te Maastricht naar aanleiding van de inhuldiging van koningin Wilhelmina.

Het uitgaan van de fabriek van Regout omstreeks 1910.

 

De Republikeinse kalender:

Deze loopt van 22 september 1792 tot 1 januari 1806; het jaar was verdeeld in 12 maanden, elk van 30 dagen (drie weken van 10 dagen - de drie decaden), gevolgd door 5 complementaire dagen (in een schrikkeljaar 6) de "jours sansculottides" om het aantal dagen in overeenstemming te brengen met het zonnejaar. Deze dagen waren feestdagen, gewijd aan Deugd, Vernuft, Werkzaamheid, Gezindheid en Beloning. Op een 6de jour complémentaire diende de Revolutie herdacht te worden. De overschietende dagen telden niet mee bij renteberekening, bij opschorting van vonnissen e.d.
Het aantal nationale feesten, mede bedoeld ter vervanging van de christelijke hoogtijdagen, bedroeg oorspronkelijk zeven: de stichting van de Republiek op 1 vendémiaire; dat van de jeugd op 10 germinal; dat van de echtelieden op 10 floréal; van de dankbaarheid op 10 prairial; van de landbouw op 10 messidor; van de vrijheid op 9 en 10 thermidor; van de ouderlingen op 10 fructidor. Deze feesten waren ingesteld bij de wet op 3 brumaire an IV (25 oktober 1795).

Hierbij komen nog de reeds bestaande feestdagen: 14 juli (le quatorze juillet): de val van de Bastille; 10 augustus: de Jakobijnse staatsgreep; 21 januari: de onthoofding van Lodewijk XIV; 30 ventôse: de soevereiniteit van het volk en 18 fructidor: ter herinnering aan het verijdelen van het komplot der royalisten.

De namen der maanden, bedacht door de dichter Fabre-d'Églantine, luiden:

 1ste maand vendémiaire     

 2de maand brumaire 

 3de maand frimaire

 4de maand nivôse

 5de maand pluviôse

 6de maand ventôse

 7de maand germinal

 8ste maand floréal

 9de maand prairial

10de maand messidor

11de maand thermidor

12de maand fructidor

wijnmaand

nevelmaand

vorstmaand

sneeuwmaand

regenmaand

windmaand

kiemmaand

bloeimaand

weidemaand

oogstmaand

warmtemaand

vruchtenmaand

september

oktober

november

december

januari

februari

maart

april

mei

juni

juli

augustus

Er werden allerlei ingewikkelde tabellen bedacht om deze door de Fransen gebruikte data weer te herleiden tot Gregoriaanse data. Gelukkig zijn deze tabellen niet meer nodig: een goed conversieprogramma kunt U hier downloaden: download bestand.

Het parenteel van Napoleon:

Het echtpaar Charles Marie Bonaparte - Marie Laetitia Ramolino kreeg 13 kinderen, waarvan 8 in leven bleven. 

Charles Marie Bonaparte
(1746-1785)

 

Marie Laetitia Ramolino
(1750-1835)

8 kinderen:

Joseph
(1768-1844)

Napoléon
(1769-1821)

Lucien
(1775-1840)

Elisa
(1777-1820)

Louis
(1778-1846)

Pauline
(1780-1825)

Caroline
(1782-1839)

Jérôme
(1784-1860)

 Bron: Héraldique européenne - European heraldry - Free coats - Free pictures.

30 juli 1803 bezocht Napoleon - toen nog eerste consul van Frankrijk - Maastricht. Natuurlijk toonde hij vooral belangstelling voor de vestingwerken. Een dag later bezocht hij 's avonds de grotten van Sint-Pieter. Er wordt verteld dat hij zijn naam op de wand heeft gezet; een Pruisisch officier zou deze naam later met zijn sabel hebben verwijderd. Opmerkelijk is dat men 31 juillet in de grot heeft genoteerd en niet 12 thermidor an XI. Dit kan erop wijzen dat deze tekening later is aangebracht. Na de dood van Napoleon bleven veel ex-napoleontische soldaten (vooral op het platteland) pro Napoleon en zetten de Napoleoncultus verder voort. Veel mannen die deelgenomen hadden aan de Franse veldtochten van 1792-1815 krijgen achteraf van keizer Napoleon III alsnog de Medaille van Sint-Helena (geslagen in 1857), een bronzen gedenkpenning. Het is een dankbetuiging voor de 390.000 nog levende soldaten in 1857, die gestreden hebben voor  Napoléon 1 in de oorlogen van het keizerrijk tussen 1792 en 1815. Zie: the medals of Saint Hélèna - Genealogy.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monogram van Napoleon in het Zonnebergstelsel. Foto: Chris Henket.

Het bezoek van Napoleon werd door de berggidsen blijkbaar "uitgebuit".

 

 

 

In het testament van Napoleon opgemaakt te Longwood St. Helena op 15 april 1821 schat Napoleon zijn privé bezit op meer dan  200.000.000 Francs. Dit bedrag dient besteed te worden aan de nog levende officieren en manschappen die tussen 1792 en 1815 vochten hebben voor de glorie en onafhankelijkheid van Frankrijk en een aantal Franse gebiedsdelen en steden die onder een of andere invasie geleden hebben.

Betreffende passage en Engelse vertaling:

2. "I bequeath my private domain, one half to the surviving officers and soldiers of the French army who have fought since 1792 to 1815, for the glory and the independence of the nation, the distribution to be ade in proportion to their appointments upon active service; and one half to the towns and districts of Alsace, Lorraine, Franche-Comté, Burgundy, the Isle of France, Champagne Forest, Dauphiné, which may have suffered by either of the invasions. There shall be previously set apart from this sum, one million for the town of Brienne, and one million for that of Méri. I appoint Counts Montholon and Bertrand, and Marchand, the executors of my will. This present will, wholly written with my own hand, is signed and sealed with my own arms".

Zie: Will of Napoleon Bonaparte: Napoleon Guide.

Opschriften: Voor mijn compagnieën van eer St. Helena 5 mei 1821 en het profiel van  Napoleon met de inscriptie "Napoleon I - Emperor".

 

Wanneer rondselaars van de diverse legers in de buurt waren, vluchtten veel jongens en mannen de grotten in om te ontkomen aan een gedwongen militaire loopbaan.

Gerardus ROSIER schrijft in 1806 in een doodlopende gang, de zogenaamde "rechterskamer":

"Die myn kamer vint, Die moet se niet
bederven. Laat uwen besten vrint, Niet schryven op
de verven. Diet is een gedagtenis, Bid aan Godt
den Soon, Daet Hey ons genadig is, Een Synen heemelsen troon"

 

In de gang zijn enkele rechters afgebeeld met aan de overzijde enkele beschuldigden.

Arnoldus DELNAIJE uit Lanaye, korporaal van de 1ste Comp. Grenadiers in dienst van Wellington, sneuvelt 1 maart 1811 in het kamp voor Badajoz (Spaanse grensstad) in de strijd tegen de Fransen. Hij werd door een kogel in het hoofd getroffen.

Mathijs ROSIER (1783-1866), afkomstig van Sint Pieter, ontvangt de medaille van Sint Helena. Ook ontvangt hij een legaat (vastgesteld in het testament van Keizer Napoleon I) ten behoeve van gewezen Franse militairen, hun weduwen en hun kinderen. Door Den Haag wordt op 21 december 1857 ƒ 184,64 overgemaakt aan de burgemeester: uit te betalen aan de gegadigde na aftrek van kosten: ƒ 184,04. Ook een Paul HENKET (HENQUET), afkomstig van Lanaye, ontvangt 31 december 1858 de "médaille de Sainte Hélène".

Een aantal Clossets kregen ook de medaille van Saint Helena toegekend. Paul Closset vertelde een verhaal dat hij weer van zijn vader had gehoord: "Rond 1810 eiste Napoleon de dienstplicht van een zoon uit iedere familie voor de veldtocht naar Rusland. Zo ook van ene CLOSSET. Aangezien hij alles wist van houtbewerking werd hij bij de pontonniers ingedeeld waar hout voor de aanleg van  doortochtbruggen werd gebruikt. De 400 pontonniers waren bijna allen Nederlanders. Nadat in 1812 Napoleons leger in Moskou was verslagen moest op 26 november op de vluchtweg de rivier de Berezina worden overgestoken. Onverwacht was het ijs gesmolten en dreven brokstukken ijs in het water. Er was nauwelijks hout, omdat de Russen waren teruggetrokken en alles achter zich hadden verbrand -  de tactiek van de verschroeide aarde. Zelfs Moskou werd in brand gestoken. Tegen de bevelen van Napoleon in had de commandant, generaal Baptist Eblé, een paar karren hout en ijzerwerk achtergehouden. Er werden onder vijandelijk vuur twee schraagbruggen gebouwd van 9 meter lang en 5 meter breed. Soldaten moesten het ijskoude water in. Tengevolge van de beschietingen door de Russen lagen de bruggen vol met dode manschappen en paarden. Een brug stortte in en deze moest ondanks het koude water weer worden hersteld. Zeer velen kwamen niet meer terug, doch wel onze held Closset. Bij zijn thuiskomst in Visé werd ter zijner ere een groot feest gegeven en kreeg deze voorvader een mooie Luikse klok cadeau".

 

6 december 1812: Napoleon besluit terug te keren naar Parijs. Ansichtkaart: collectie Breur Henket.

 

Zie verder: van Visé naar Sint Pieter en Maastricht. Van scheepstimmerlieden tot firmanten in baggeractiviteiten en de grindhandel.

 

 

 

Maastricht grot Sint Pietersberg: Napoleon - Gang. Ansichtkaart uit de jaren 1950-60. Uitgave Gebr. Simons, Ubach over Worms.

 

 

 

 

 

Limburg in 1804.

Klik op de foto voor een grotere afbeelding.

Maastricht uit de Historische Gemeente Atlas van Nederland, J. Kuyper 1865-1870.