In Eijsden en Sint Pieter gebruikt men hetzelfde familiewapen:

HENKET Katholiek - Eijsden, enz.

Wapen: In zilver drie roode dwarsbalken, een breede tusschen twee smalle, vergezeld van drie roode sterren.

Dekkleeden: zilver en rood.

Helmteken: een uitkomende wildeman, in natuurlijke kleur, met bruinen baard en haren, een zilveren schild in de rechter- en een bruine knots, op zijne schouder rustend, in de linkerhand houdend.

Emmanuel HENKET (1876-1957) schrijft in zijn notitie over de stamboom van de familie Henket-Rosier, Lage Kanaaldijk 87 en van Henket-Bock, Papenweg: “Dit wapen werd ontdekt in het Rijksarchief te Luik (België) in een manuscript over wapens op blz. 142 onder wapens A. D. ± 1680”.

Waarom dit wapen werd toegewezen is nog onbekend. Het manuscript waarnaar verwezen wordt, heeft schrijver dezes niet kunnen terugvinden. In de uitgave van Léon De Herckenrode, Collection de tombes, épitaphes et blasons receuillis dans les églises et couvents de la Hesbaye - Gand 1845 (F. en E. Gyselynck) wordt het familiewapen niet vermeld.

Het familiewapen afkomstig uit het huis "De Wijngaard" te Sint Pieter.

Afbeelding uit: J.M. v.d. Venne en L. Pilet: Limburgsche wapens. Van Aelst - Maastricht 1925.

Het familiewapen op het kerkhof van St. Pieter bij het familiegraf Henket.

Het familiewapen in glas en lood aanwezig bij de familie Henket-Vanderbroeck.

Het familiewapen bij de familie Lieben-Henket.

Het wapen bij de familie Henket-Van Duurling te Maastricht.

Het wapen uitgevoerd in hout, als geschenk ontvangen van de familie Henket-Supusepa uit Zaandam.
 

Vanaf 9 oktober 2016 werd er in het Internationaal Museum voor Familiegeschiedenis in het Ursulinenconvent te Eijsden een tijdelijke museumexpositie gehouden: "Stroop, Bier en Vlees - Sjroep, Beer en Vleis" - Het echtpaar Henquet-Schiffelaers en hun nazaten. Hier werden een aantal varianten van het familiewapen tentoongesteld.

Uit de verzameling van Jo Billen.

Collectie Breur Henket.

P.R. speldjes. Collectie Breur Henket.

Porseleinen beugelflesdop en bierflesetiket van Brouwerij "DE HAAN" te Eijsden. Met dank aan Dhr. Wil Lem.

Het wapen(schild) is afgebeeld op diverse bierflesetiketten van Bierbrouwerij “De Haan” (de haan is het symbool afkomstig van de haan op de kerktoren te Eijsden). Deze “Electrische Bierbrouwerij de Haan” was in eigendom van de neven Louis Gerard Joseph HENQUET (1886-1937) en Jean Toussaint Joseph HENQUET (1883-1952). Zie: http://www.breurhenket.com/VakZ.htm#henquet.

 

In notities uit het familiearchief van Jet Henket (1869-1938) kan men lezen, wat er via overlevering verteld wordt over de vroegste Henkets: zij waren mijneigenaars in de omgeving van Charleroi in België. Op een gegeven moment schijnt echter de Staat hen dit eigendom te betwisten. Allerlei middelen zijn toen geprobeerd om recht te verkrijgen; er werd geprocedeerd enz. Volgens een andere lezing werden de mijnen in oorlogstijd verwoest. In een akte van 20 april 1297 is er voor het eerst sprake van steenkoolontginning in de streek van Charleroi (provincie Henegouwen, België). Waar nu de stad Charleroi ligt, lag in de middeleeuwen een onbetekenend plaatsje, Charnoy genoemd. Hier leefde men voornamelijk van de landbouw en de mijnbouw.

Tot 1697 (het Verdrag van Rijswijk) werd de streek geteisterd door oorlogsgeweld omdat Frankrijk en Spanje voortdurend in oorlog met elkaar waren. Charleroi was afwisselend in handen van een der partijen, werd herhaaldelijk verwoest en telkens opnieuw versterkt. De rust keerde pas terug toen Spanje het gebied toegewezen kreeg in 1697. Hieruit blijkt wel dat de Henkets toen in oorlogsgebied woonden.

Kaartje met de kolenbekkens, ontgonnen tot circa 1900.

Jet Henket vervolgt in haar notitie:

"door al deze omstandigheden echter - die waarschijnlijk ook zeer lang geduurd hebben - verloren zij hun fortuin en zijn zij tot betrekkelijke armoede vervallen, zodat zij op andere manieren in het onderhoud moesten voorzien.
Uiteindelijk hebben de "Henketten"  deze processen toch gewonnen. Er wordt zelfs verteld, dat zij de instrumenten welke zij voor hun werk gebruikten, in hun vreugde in het water geworpen zouden hebben, uitroepende, dat zij nu weer rijk waren en deze werktuigen niet meer nodig zouden hebben!
Door allerlei manipulaties en onrechtmatigheden zijn zij echter nooit meer in het bezit gekomen van hun rechtmatige eigendom. Zij hebben nog enige geslachten lang in eenvoudige omstandigheden moeten leven.
"