De
Koepelkerk is het pastoraal en liturgisch centrum van de parochie van het Heilig
Hart van Jezus aan de Heerderweg 3 te
Maastricht.
N.B.: klik op linkerfoto voor een vergroting.
Prentbriefkaart
uit de jaren 40. Koepelkerk en
omgeving tussen 1921 en 1925. Ansichtkaart uit de collectie Stichting IN DE
KIEKKAS - Breur Henket.
H. Hartkerk
Omtrent 1958.
Koepelkerk en omgeving omtrent 1961.
Afbeelding uit
100 in 1. Herdenkingsuitgave
1878 - 28 juni 1978.
2012.
2015. Bij zonsondergang.
Dagblad De Limburger 7 juni 1978:
De Maaspost van 12 november
1997:
Links van de
hoofdingang de gedenksteen ter herinnering aan de eerste steenlegging
van 4 juni 1921 - een chronogram in Art Deco stijl. De afbeelding boven
de tekst is een zegenend H. Hart. De
tekst luidt: o.saCrVM
Cor.JesV.ChrIstI
tIbI.sVrgIt
haeC.
aeDes.
De V moet gelezen worden als de letter U. Vertaling: O, heilig Hart
van Jezus aan U is dit gebouw opgedragen. De Romeinse cijfers
CVMCIVCIIIIVICD vormen samen het
jaartal 1921.
Winnaar Betonprijs
2012 Vitaal Beton.
VOORWOORD
1921 gaf
pater H.
Luijten, priester van het Heilig Hart, aan de architecten Alfons Boosten (toen 27
jaar oud)
en Jos Ritzen (23 jaar oud) opdracht tot het bouwen van de Heilig Hartkerk in
Maastricht.
De
Congregatie van de Priesters van het Heilig Hart van Jezus -
Congregatio Sacerdotum a Sacro
Corde Jesu (S.C.J.) - werd gesticht
door
Pater Léon Dehon
(1843-1925)
in 1878.Hij reageerde op
de nood van de arme bevolking van de verwaarloosde fabrieksstad St. Quentin in
Noord Frankrijk. Zijn aanpak en initiatieven om zijn medemensen uit deze ellende
te halen, vonden weerklank bij duizenden. In
zijn sociaal apostolaat
was Léon Dehon voor alles een leerling van Jezus, die
Zijn Hart openstelde voor de rechtelozen en minstbedeelden. In de geest van
Jezus van Nazareth wilde hij die vrede en gerechtigheid onder de mensen gestalte
geven. Daartoe stichtte hij een gemeenschap van mensen, spoorzoekers, christenen die
daaraan actief en biddend wilden werken. Er zijn nu ruim 2500 volgelingen
van Pater Dehon in 5 werelddelen werkzaam. Binnenkort
zal Pater Dehon zalig verklaard worden.
Pater Léon Dehon. Bron: collectie Breur Henket.
Alphons Jean Nicolas Boosten
(1893-1951) werd geboren in Maastricht als de zoon van een
drukker. Na in zijn jeugd lessen gevolgd te hebben in
architectonisch tekenen en tijdens zijn diensttijd de school
voor architectuur in Amsterdam te hebben gevolgd, stichtte
Boosten in 1920 samen met Jos Ritzen een architectenbureau in
Maastricht. De eerste grote opdracht was die voor de - destijds nog openbare - Heilig
Hartkerk in die stad in 1921. Rond diezelfde tijd kreeg het duo
opdracht om een nieuwe kerk voor Eygelshoven te ontwerpen. Beide
kerken waren zeer omstreden, vooral de Heilig Hartkerk die voor
die tijd zeer modern was, zeker voor Limburg waar de neogotiek
nog nauwelijks terrein had prijsgegeven. Ondanks de vaak felle
kritiek werden beide kerken gebouwd, al is de Heilig Hartkerk
nooit helemaal volgens plan voltooid. Het duo wist nog een
kerkelijke opdracht in de wacht te slepen, voor de vergroting
van de kerk van Margraten, maar daarna hield het op. De
eigenzinnige stijl die Boosten en Ritzen in hun werk toepasten
kon geen genade vinden in de ogen van de conservatieve
katholieke clerici, en ondanks de bijval die de architecten
kregen van collega's uit de rest van het land, o.a. van de
invloedrijke Jos Cuypers, bleven verdere grote opdrachten uit.
In 1924 vertrok Ritzen naar Antwerpen en ging Boosten alleen
verder.
DE NIEUWE KOEPELKERK VAN ’T H. HART VAN
JEZUS TE MAASTRICHT.
In ons mooie Zuiden ontplooit zich heerlijk de vooruitgang. Vooruitgang op alle
gebied. In de mijncentra worden nieuwe boortorens opgetrokken en spoorwegen
aangelegd. Do Maaskanalisatie krijgt binnen afzienbaren tijd d'r beslag. 't
Zuid-Limburgsch tramwegnet is in wording. Niet het minst toont zich de
vooruitgang in de oude veste van St. Servaas, Limburg's grootstad Maastricht. De
stad, waar Maria, onze Moeder vereerd wordt in de kerk met dubbelen torengevel
niet alleen, maar in elk hart. De stad, waar 't H. Hart als koning troont in 't
monumentale standbeeld niet alleen, maar in ieders binneste. Maastricht breidt
zich uit, breidt zich verrassend snel uit onder de veilige schutse van 't H.
Hart en de Sterre der Zee. Huizen, heele straatcomplexen worden als 't ware uit
den grond gestampt. In die nieuwe wijken komen menschen wonen, menschen met
geloovige harten, die behouden moeten, worden aan 't H. Hart van Jezus, koning
aller harten.
Daarom hebben de Priesters van 't H. Hart van Jezus een door de Goddelijke
Voorzienigheid geleide gedachte gehad in 't nieuwe stadsgedeelte van Maastricht
een kerk neer te zetten. De nijpende kerknood en 't gebrek aan de [n]oodige
middelen dwong toen slechts in de eerste behoefte te voorzien die niets van 'n
kerk heeft: 'n groote zaal, meer niet. Een waardiger woning moest voor den
Eeuwigen Koning verrijzen, 'n groote kerk die voldoet aan de eischen, die men
aan 'n kerk stellen moet: dat alle geloovigen er plaatsvinden. Aan deze
noodzakelijke eisch voldeed de hulpkerk allerminst. Daarom besloten de Priesters
van 't H. Hart — die daar reeds zooveel blijken van hun priesterlijken arbeid
gegeven hebben door 'n school te stichten, bondslokalen in te richten,
vereenigingen van socialen en religieuzen aard te organiseeren enz. - groote
kerk, aan 't Goddelijk Hart gewijd neer te bouwen.
't Plan kwam ten uitvoer, snel, energiek, vertrouwend dat 't H. Hart, wiens
Priesters zij zijn, hun werk zal zegenen. De grondslagen van den nieuwbouw zijn
gelegd in grooten achthoekvorm *, welken 'n koepel
grootsch van opzet, zal overwelven. Roomschen, op den feestdag van 't H. Hart
van Jezus (3 Juni) heeft de plechtige, eerste steenlegging plaats. Voorwaar 'n
prachtig feestgeschenk aan onzen Koning. Hoe jammer zou 't wezen, wanneer dit
geschenk, zoo heerlijk van opzet, zou moeten verkleind worden. Dat mag niet,
nooit!
Daarom de handen ineen en werkt allen mee, allen naar vermogen om 't mooie werk,
't Goddelijk Hart ter eer, ten uitvoer te brengen. Brengt uwe feestgaven aan op
den feestdag van 't H. Hart. Uw steun zal ruimschoots beloond worden door
datzelfde Hart van Jezus dat gezegd heeft: „Niemand zal mij in edelmoedigheid
overtreffen!"
Giften te richten aan 't Rectoraat der Priesters van '[t] H. Hart, Heerderweg,
Wijk- Maastricht.
* De achtpuntige ster (octogram) is een verwijzing
van de overgang van het aardse naar het bovenaardse en het christelijk symbool
voor de dag van Christus Hemelvaart. De achtste dag dag des Heren; Christus
verrees uit de doden. Tevens een symbolisch verwijzing naar de vreugde van de
verrijzenis van Christus en het eeuwig leven. Tenslotte verwijst het cijfer acht
ook naar de achtste dag waarop de besnijdenis van Jezus Christus plaatsvond. De
besnijdenis uit het Oude Testament was immers een symbolische voorafbeelding van
het doopsel.
De achthoekige (octogone)
houten lichtkroon versterkt de vorm van de muren van de
kerk. De interne verbindingslatten geven de lijnen weer van
het grondplan van de kerk.
De preekstoel is van beton
en eveneens achthoekig. Het harthouten klankbord werkt als
een versterker van het geluid. De hardhouten geledingen
vormen samen een ster in het midden.
De kerk werd in drie etappes gebouwd: 1921 de centraalbouw
- Kerstmis 1922 werd de centraalbouw in gebruik genomen; 1929
de doopkapel en achterste uitbouw met zangkoor; in 1953 de ingang aan de
Heerderweg en de zijbeuk rechts met
aansluitend de Gerarduskapel (dagkapel), zodat er nu ongeveer 1200 zitplaatsen
zijn.
Een dubbele betonnen koepel wordt gestut door acht in de muren
weggewerkte zuilen. De buitenbekleding bestaat uit grote blokken Kunradersteen.
De binnenkant is afgewerkt met wit, grijs en zwart gestreept marmer. Een (groen)
koperen koepel vormt het centrale dak.
Veel befaamde Nederlandse en tevens regionale kunstenaars hebben meegewerkt aan de verfraaiing
van deze kerk; Henri Jonas (1878-1944) ontwierp alleen al 22
gebrandschilderde ramen en vervaardigde een unieke muurschildering. Werk van
rector Jo de Visser, Charles Vos, Charles Eyck, Frans Timmermans, Eugène Laudy, Hubert Duys, Herman Hollewand, Cor van
Noorden, Gène Eggen en Marianne van der Heijden werd allemaal harmonisch
gecombineerd in een religieus bouwwerk. Het interieur is al het ware gestoffeerd
met diverse marmersoorten. Duidelijk is een verschil in tijdgeest
en dus stijl te zien in de groep kunstenaars rondom Boosten en de groep onder
invloed van De Visser. De relatief jonge Parochiekerk is een
waar paradijs voor de liefhebber van religieuze kunst, Art Deco, Amsterdamse
school en moderne 20ste eeuwse kunststijlen - een waar monument voor kunst en van bezinning.
Sinds 1995 is de Koepelkerk een rijksmonument.
Werk van pater Jo de Visser.
DE DAGKAPEL EN
DE SINT-GERARDUSKAPEL
H
et licht in de kapel zelf
valt momenteel door twee kleine glasramen, ontworpen en uitgevoerd door pater Jo
de Visser S.C.J. Het oorspronkelijk middelste
raam (nu achter het glas van de nieuwe ingang) toont de
H. Gerardus, omringd door medebroeders, op zijn
sterfbed. Maria verschijnt hem als Koningin des Hemels met het Goddelijke Kind.
Het linker glasraam vertelt hoe Gerardus in een bos de duivel dwong hem de weg
te wijzen naar de kerk; op het rechter raam vermaant de heilige, een man die een
"heiligschennende" biecht gesproken heeft. Het biechten is op de achtergrond
te zien.
Krantenartikel uit januari 1965.
De kruisgroep zoals boven
beschreven:
Naast de invalideningang staat het Gerardus-altaar, met het
uit lindehout gesneden Gerardusbeeld, gesigneerd en gedateerd Th. Cox Roermond
1922. De jeugdige Gerardus staat frontaal, met kruis voor de borst; aan zijn
voeten lag ooit een schedel als "memento mori" (niet meer aanwezig).
Het
altaar in de dagkapel is ontworpen door Theo Boosten. De achterwand is een mozaïek
van Marianne van der Heijden (1922-1998). Het mozaïek verbeeldt Christus in de hof van
Olijven en drie slapende apostelen. Rechts en links van het altaar bevinden zich twee eikenhouten
sculpturen van Gène Eggen, voorstellend het H. Hart van Jezus en de H. Petrus Canisius. De glas-in-loodramen zijn van John
Martin uit 1959. Het zijn in overwegend blauw uitgevoerde passiescènes. Tegen de scheidingswand naar de kerk
hangt een op een eikenhouten paneel geschilderde Calvariegroep van Charles Eyck uit
1941.
Christus in de hof van Olijven. Mozaïek van
Marianne van der Heyden 1959.
Een van de glas-in-loodramen van John Martin 1959. Passie scènes.
Gerardusbeeld van Th. Cox, Roermond 1922.
Het Christoffelbeeld van Gerard
Hack.
Gène Eggen: H. Hartbeeld.
Gène Eggen: Petrus Canisius.
Detail van het Christoffelbeeld van Gerard
Hack.
In
de doorgang tussen beide kapellen Christoffel, een wandsculptuur in beton van
Gerard Hack. De heilige staat in de golven gebogen naar rechts, terwijl het
Christuskind op zijn schouder zit en de wereldbol draagt. Christoffel
ondersteunt Hem met zijn hand op de linkerheup. Aan
de zijde van de Gerarduskapel wordt deze lijdenskapel beëindigd middels 4 reliëfs
in grofkorrelige Franse kalksteen, tussen 1950 en 1960 ontworpen door Cor van
Noorden. De 4 voorstellingen uit het lijdensverhaal zijn: 1 - Christus met zijn
leerlingen op weg naar de Hof van Olijven, 2 - "Kunt ge niet één uur met
Mij waken?", 3 - "Laat deze kelk aan Mij voorbijgaan…", 4 -
"Verraadt ge de Mensenzoon met een kus?"
In 2014 werd de dagkapel getransformeerd tot
MEDITATIEKAPEL dank zij een gift van Mevr. Mia
Darding (†). Mevr. Darding wilde een kapel schenken die geïnspireerd werd door de
geest van de Paters.
Enige bijzonderheden over onze gerenoveerde
meditatiekapel.
Bron:
Gusta van der Leegte. Overkoepeling oktober 2014.
En dat gaat dan in het bijzonder over de Kunst in deze ruimte. De architectuur
is van Alphons Boosten en is later iets uitgebouwd. Toen werd deze ruimte
Dagkapel. Oorspronkelijk was de ruimte net zo groot als de uitbouw van het
Heilig Hart (aan de andere kant) in de kerk.
Als U via de invalideningang binnenkomt ziet U meteen recht voor U het portret
van Rector H. Luijten, priester van de Congregatie van de Priesters
van het Heilig Hart van Jezus (Sacerdotes a Sacre Corde Jesu - S.J.C.) een
Franse Priesterorde. In 1921 gaf hij als bouwheer de opdracht aan
architect A.Boosten tot het ontwerp van deze kerk. Het bijzondere van deze kerk
en ook van deze ruimte is onder meer de vele religieuze kunst,
van voornamelijk Limburgse Kunstenaars.
Het
portret van Pater Luijten is geschilderd door Henri Jonas, vriend van de
architect. Het portret krijgt nu eindelijk de ruimte die het verdient.
Naast de ingang staat het Gerardus-altaar, met het uit Lindenhout gesneden
Gerardusbeeld, gesigneerd Th.Cox. Het doodshoofd dat oorspronkelijk naast het
beeld stond is gestolen.
Tegen de glazen wand van de ingang en links en rechts van de ingang ziet U drie
glas-in-lood ramen van Pater Jo de Visser S.C.J. (De twee grote ramen in de kerk
boven de ingangen zijn ook van hem). Hij was een van de rectors van de
Koepelkerk en daarbij was hij docent aan de Jan van Eyck-academie in Maastricht.
Het middelste raam toont de H. Gerardus, omringd door zijn medebroeders, op zijn
sterfbed. Maria verschijnt Hem als Koningin des Hemels met het Goddelijk Kind.
Het linker zijraam vertelt hoe Gerardus in een bos de duivel bedwong hem de weg
te wijzen naar de kerk; in het rechter raam vermaant Gerardus een man die een
“heiligschennende” biecht heeft gesproken.
Aan de
andere kant van de deur (naar de hal), naast het portret van Pater Luijten, een
afbeelding van Maria Altijddurende Bijstand (dat vroeger achter in de kerk
hing).
En daarnaast hangt een kopie van een schilderij van pater Jo de Visser dat hij
maakte bij het 100-jarig bestaan van hun congregatie in 1978. De tekst daaronder
is geschreven door pastoor Jan Schafraad.
Tegen de
pilaren van de doorgang ziet U vier ("atmosferische") reliëfs in grofkorrelige Franse
kalksteen van Cor van Noorden, telkens vier taferelen boven elkaar: Christus op
weg naar de Hof van Olijven, Kunt Gij niet een uur met mij waken, Laat deze Kelk
aan mij voorbijgaan en De Judaskus. Links van deze reliëfs ziet U in harde
Franse steen de afbeelding van Judas, de gehangene ook van Cor van Noorden.
In de doorgang (naar het voorste deel van de Kapel ) links staat een groot beeld
van Christoffel met het Christuskind op zijn schouder dat de
wereldbol draagt, leunend op een staf, in beton van Gerard Hack; aan de rechterkant
op zachtgroene achtergrond de Christusfiguur, gekruisigd, is
een geschenk van een parochiaan. Als U door deze ingang naar het voorste deel
van de Kapel loopt moet U zich omdraaien en eens kijken
naar de prachtige architectuur van deze doorgangen.
Links
tegen de muur ziet U allereerst de veertien kruiswerkstaties, in gietwerk. Het
is niet bekend wie de maker is. Vroeger hingen de staties
aan weerszijden van de Kapel, nu alleen aan de linkerkant. Boven de staties
hangen twee textiele objecten, ontwerp van Coen Gorter,
interieurarchitect; zij dienen ter verbetering van het geluid en zijn ontworpen
in de nieuwe kleuren van de Kapel.
Tegen de achterwand, dus boven de uitgang naar Gerardus, hangt een schilderij
geschilderd door Charles Eyck, op hout, voorstellende een van
de kruiswegstaties. Prachtig geschilderd, helemaal zijn eigen handschrift en
helemaal rekening houdend met het materiaal waarmee hij werkte.
De glas-in-loodramen aan de zuidwestkant zijn van Jon Martin, een leerling van
Pater de Visser. Zeer sterk van kleur, blauwgroen, fragmenten van het Lijden van
Jezus, zeer gestileerd, een hier en daar een beetje rood, dat ook terugkomt in
de stoelen. De tussenwand van kapel naar kerk accentueert de ramen nog meer. Dan
het altaar, dat is gebouwd door Theo Boosten. Alphons Boosten is plotseling
overleden en zijn zoon, die heel anders was opgeleid (Frank Lloyd Wright in
Amerika) kwam terug naar Nederland en bouwde o.a. de hoofdingang precies in de
stijl van zijn vader. Het mozaïek is van Marianne van der Heyden, voorstellende
Jezus in de Hof van Olijven. Op het altaar de tekst: op Hem drukt de straf ons
ten heil. De uitdrukking van gezicht en handen van Jezus, alsmede de kleuren, zijn onvoorstelbaar verfijnd, bewogen en
verstild.
De ZaligspRekingen
In de wand tussen de
kerk en de dagkapel vier ramen met vier van de acht zaligsprekingen uit het
evangelie van Matteüs: zalig de bedrukten, de zachtmoedigen, de vervolgden en
barmhartigen. Hubert Duys omtrent 1952.
Barmhartigen
Zachtmoedigen
DE KOEPEL
G
edragen door acht in de
muren weggedrukte zuilen, overwelven twee boven elkaar gelegen betonnen koepels
(hoogte onderste koepel 29 m., middenlijn 24 m.) het centrale gedeelte van de kerk.
De bovenste koepel ligt twee meter hoger en is met koper bedekt. Vanaf het
zangkoor krijgt men een zeer goede indruk van de afmetingen en het lijnenspel
van het geheel.
DE KRUISWEG
D
e kruiswegstaties die
rondom tegen de muurzuilen zijn aangebracht, zijn o.a. van de hand van Charles Eyck.
Deze in tegelvorm uitgevoerde reliëfs treffen door hun suggestieve uitbeelding.
Vooral de 13de en 14de statie zijn van een
dramatische kracht: omstanders aanschouwen met diepe verering de gestorven Christus.
De eerste statie is door Charles Eyck vervaardigd. De staties werden in wit
bakkende klei uitgevoerd door Frans Timmermans. De pilasters waarop de staties
geplaatst zijn werden in de jaren veertig bekleed met marmer door de firma
Comuth.
Een voorstudie van de 13de statie, in houtskool, van Charles Eyck:
HET
VOORMALIGE SINT-JOSEPHALTAAR
Op
het grote raam boven het altaar beeldde Jonas boven aan de harpspelende Koning David uit als stamvader van Jozef en Maria. De zevenarmige kandelaar
is een verwijzing naar
het Joodse Geloof. Daaronder staat de verering van de Heilige Familie. Het linkerzijraam
toont de vlucht naar Egypte; het rechter de dood van Sint Jozef.
In
1967 werd aan de wand onder het raam een orgel van de firma L. Verschueren uit
Heythuysen geplaatst. De muurschilderingen van Eugène Laudy verdwenen hierdoor. In de nis
werd een ruimte voor het zangkoor gecreëerd. Het Jozefbeeld van Frans Timmermans
heeft een nieuwe plaats gekregen tussen Maria-altaar en de H. Hartnis.
HET PRIESTERKOOR
O
p het oosten
- iets afwijkend van de exacte oostligging - ligt het
door architect Boosten ontworpen marmeren hoofdaltaar, dat met zijn machtig retabel en
bronzen kruisgroep de kerkruimte beheerst. Atelier Brom uit Utrecht
ontwierp de bovenbouw en voltooide de beeldengroep en verdere ornamentatie. De
afbeeldingen van de retabel zijn gemaakt door Herman Hollewand. Het zijn
geschilderde opalines (achter glasschilderingen) en zijn voorstellingen van
visioenen uit de Openbaring van Johannes (Apocalyps). Deze opalines kwamen in de
plaats van de houtskooltekeningen van Hubert Duys, een leerling van Henri Jonas.
Hubert Duys (1914-1986) was docent aan de Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten
te Maastricht en had vele, later bekend geworden glazeniers, onder zijn hoede.
Glaskunstenaars als Jerôme Goffin, Jos Hermans, Frans Slijpen en Hubert Felix
waren leerlingen van hem. Meer over Bèr Duys op
Kerkhof St.
Pieter Vak S Duys.
Op het koperen onderstuk isde
tekst te lezen:
oblatVs.est.quia.ipse.volVit.Dat
betekent: Hij is geofferd, omdat Hij het zelf heeft gewild.
Onderstaand de houtskooltekeningen van Hubert Duys:
De Calvariegroep in brons tegen de achtergrond van Jerusalem.
Boosten: het tabernakel. Ca. 1925. Biddende engelen in
Toorop-stijl.
Het Koepelkerkkoor. Foto: Guy van Grinsven. Jaar onbekend.
Eerste H. Communie omtrent 1970.
B
oven het altaar een
groots glasraam, definitief door Henri Jonas in 1939 ontworpen en na zijn dood
in 1944 door G. Mesterom in Bunde uitgevoerd. Onder de voorstelling van de H. Geest
in de gedaante van een duif,
zetelt Christus Koning, met zijn doorstoken hart. Als teken
van zijn koningschap zijn naast het hoofd van Christus, links, de koningskroon
en, rechts, de scepter afgebeeld, terwijl de voeten van de Christusfiguur rusten
op twee neergebogen leeuwen, symbolen van de geschapen macht. Daarnaast staan
wierookvat en scheepje, wijzend op Zijn verheerlijking als God. Het onderste
gedeelte van dit raam wordt ingenomen door een kruisgroep: de gekruisigde
Christus en de soldaat die zijn zijde doorsteekt. Onder het kruis groepeerde
Jonas Maria, de wenende vrouwen en de Romeinse honderdman te paard.
Speels is de manier waarop Jonas dit raam signeerde. Het rechterbeen van de
goede moordenaar, links boven Christus, buigt af naar de muur en verdwijnt in de
gapende bek van een vis. Dit herinnert aan het verhaal uit het oude testament
waarin Jonas door een vis werd uitgespuwd. Hier vereenzelvigt de schilder Jonas
zich glimlachend met de goede moordenaar.
Klik op het vergrootglas om op deze foto in te
zoomen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het oorspronkelijke H.
Hartraam beschadigd en na de oorlog hersteld in een vernieuwde vorm. Restanten
van het vernielde raam werden in een nieuwe compositie verenigd en deze
compositie is in het bezit van een parochiaan.
Meer over de ramen van de Koepelkerk kunt U lezen in een
uitgave van H.J.M. Heesters s.c.j.: Kunst in de Koepelkerk van Maastricht - De
ramen van de Koepelkerk - Maastricht 2007. Verkrijgbaar in de kerk.
N
aast dit grote raam
bevinden zich twee kleinere boogvensters, voorstellend, links, Maria met het
Kind, terwijl in de verte de kerk van de Sterre der Zee zichtbaar is, en rechts
Sint Servatius als stadspatroon en de kerken van Sint-Jan en
Sint-Servaas.
D
e smeedijzeren
godslamp,
rechts, werd door atelier Cor Brom uit Utrecht vervaardigd in de vorm van een draak met gespreide
vleugels en gekromd lijf, die zich aan de muur vastklampt. De schaal voor de lamphouder is op zijn kop
geplaatst. Zijn kop wordt verpletterd door het licht, symbool
voor de verrezen Christus. De draak zal in het vervolg zonder poten, als slang,
door het leven moeten gaan. Zie:Drakendoders.
In een Bijbeltekst
uit de Apocalyps (Apocalyps 12,7-9) is te lezen: "Toen brak er in de hemel een
oorlog uit. Michaël en zijn engelen moesten oorlogen tegen de draak. Ook de
draak streed en zijn engelen. Maar zij hielden geen stand en hun plaats werd in
de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang,
die Duivel en Satan heet ...".
Foto uit: De Prins der geïllustreerde Bladen van 13
februari 1915. Jan Hendrik Brom werd geboren in 1860 en overleed in
1915.
De leiding over de edelsmederij werd overgenomen door zijn zonen Jan
Eloy en Leo Brom.
DE MARIAKAPEL
Boven het altaar een groot glasraam,
het eerste raam dat Jonas voor deze kerk vervaardigde. Hoog zetelt de H.
Drievuldigheid: de Vader, de Zoon en de H. Geest. In het midden van het raam,
Maria die door de inwerking van de H. Geest Christus aan de wereld schonk. De
door engelen omgeven poort, daaronder, toont aan dat de uit Maria geboren
Goddelijke Verlosser de hemelpoort voor ons geopend heeft.
T
erzijde twee kleine boogvensters:
voorstellend, links de boodschap van de Engel aan Maria; rechts het bezoek
aan haar nicht Elisabeth.
U
niek is achter dit door Boosten
ontworpen altaar de schildering - het is de enige muurschildering die Jonas
ooit vervaardigde. Musicerende Engelen brengen hulde aan de Moeder Gods, en
Jonas gaf hun figuur daarbij iets stars en onbeweeglijks om aldus het idee van
onveranderlijkheid en eeuwigheid uit te drukken. Daarnaast staan figuren uit het
Oude Testament: de profeten, Isaias en David, die Maria’s heerlijkheid aankondigden. Op de
binnenvlakken komen dan de heiligen die Maria bijzonder vereerden: links, Sint
Jan, Sint Bernardus en Sint Berchmans: rechts, Sint Dominicus, Sint Theresia en
Sint Agnes. De buitenste vlakken tonen de aartsengelen: Gabriël, die de
blijde boodschap bracht en Michaël als geharnaste ridder - de machtige
aanvoerder van de goede geesten tegen de duivel.
Het
beeld van Maria - de Sedes Sapientiae (zetel der wijsheid) - dateert
waarschijnlijk uit de 14deeeuw. De naam van de maker van het beeld is
helaas
niet bekend. Dit middeleeuws beeld werd aangekocht door pater Jo de Visser in
1961 te Aken bij een antiquair.
Het
tapijt (ca.1925) voor dit altaar werd naar ontwerp van Jonas uitgevoerd door
weldoeners van de kerk en verbeeldt de zevenkoppige draak, symbool van het
kwade, dat door Maria en haar Kind overwonnen werd.
De muurschildering van
Jonas en het Maria-altaar op een ansichtkaart uit de collectie van Dhr. Wil Lem.
Situatie in 1923. Het Mariabeeld is een ander dan het huidige.
DE HEILIGE HART-NIS
Drie glasramen van Jonas
die op de boetvaardigheid betrekking hebben. Links, de vader die zijn verloren zoon met liefde weer opneemt; midden, Christus als de goede herder, met
het verdwaalde schaap op zijn schouders; rechts, Maria Magdalena, de zondares,
die de voeten van Jezus balsemt en met haar hoofdhaar afdroogt.
Hoog hierboven drie andere ramen van Jonas die de vier
Evangelisten uitbeelden, ieder met zijn eigen attribuut: Mattheus met de engel,
Marcus met de leeuw, Johannes met de adelaar en Lucas met de stier.
Het Heilig Hart beeld, vervaardigd uit gips,
van Gerard Hack staat centraal. Voorheen stonden op deze plek de biechtstoelen,
vandaar het thema boetvaardigheid van de glasramen.
DE KOORKAPEL
Op
een klein altaar staat een ontroerende Piëta van Charles Vos (1888-1954). Aan beide
kanten schilderde Daan Wildschut (1913-1995) treurende engelen, die in gelaat en gebaren hun
weeklank uiten.
ZIJ-INGANG
R
echts achter in de kerk,
boven de maquette van de kerk zelf, bevindt zich een smal glasraam van H. Duijs
dat het offer uitbeeldt. Op het linker gedeelte de eerste offerdaad van
Christus: zijn geboorte in de stal van Bethlehem. In het midden zijn kruisoffer,
en rechts, het offer van de H. Mis. Zeer kunstzinnig zijn op dit kleine raampje
deze drie voorstellingen gecomponeerd: ze zijn streng van elkaar gescheiden en
vloeien toch, met een wonderlijke kleurschakeling, in elkander over.
ONDER HET OKSAAL
V
oorbij de hoofdingang van
de kerk bevinden zich onder het oksaal drie bijzondere fraaie en merkwaardige
ramen van Jonas, die tezamen de verheerlijking van Maria als koningin van de
hemel, uitbeelden. Op het middelste raam wordt de Zoete Moeder, met een lelie in
de hand, door twee engeltjes gekroond, terwijl twee andere bewierokend hulde
brengen aan de vorstin. Op het linker raam staan de oud
testamentische
vrouwenfiguren die Maria voorafbeelden: Esther, Ruth en Judith. In de verte ligt
het legerkamp waar Judith haar heldendaad - de aanslag op de vijandelijke
bevelhebber - verrichtte. Het rechter raam toont vereerders van Maria: boven
een vrouw met kind, beneden een boerenman. De middelste figuur zit, met een
rozenkrans in de hand, bijna wezenloos op een stoel. Dit is Jonas zelf; hij
maakte deze ramen in de droevige dagen toen hij juist zijn eerste echtgenote
verloren had. Bidden kon hij toen niet meer, meende hij, maar de compositie van
dit raam was een schoon gebed tot zijn Hemelse Moeder.
Het grafmonument van Heni Jonas (*
1878 † 1944) op de R.K. Begraafplaats Tongerseweg te Maastricht.
Detail zelfportret Henri Jonas 1939.
Een aantal gipsen dodenmaskers van
Henri Jonas geveild in 2007 en 2009 door Venduehuis Dickhaut te Maastricht.
Er zijn klaarblijkelijk meerdere afgietsels gemaakt van het originele
dodenmasker.
BOVEN HET OKSAAL
17
november 2013 werden drie grote glasramen boven het oksaal ingezegend. Zij
vervingen de nog "blanco" ramen aldaar. Sjef Hutschemakers heeft in de drie
bijna acht meter hoge ramen het thema: Kom Heilige Geest uitgebeeld. Dat in
de ramen te lezen is in het latijn: "Veni, Sancti, Spiritus".
Pater Jo de Visser ontwierp de ramen boven de
hoofdingang (1963). Thema’s: het Oude en het Nieuwe Testament:
Het Oude Testament.
Het Nieuwe Testament.
Fragment uit het Oude Testament: Adam en
Eva; de verleiding.
Fragment uit het Nieuwe Testament: de
kruisiging.
A
an de linkerzijde van de doorgang
naar de O.L. Vrouw van Banneux kapel hangt een raamwerk, van een voor ons tot nu
toe onbekende kunstenaar, dat ter gelegenheid van het
vijftigjarig jubileum van pater Wijsen werd geschonken. Dit raam hing in het verleden boven de
biechtstoelen die er ooit in de Gerardus-kapel waren, en waar nu de glas-in-lood
ramen van pater De Visser hangen. Pater Wijsen was in de vijftigerjaren een zeer
bekend biechtvader. Het raamwerk geeft het verhaal van de Barmhartige Samaritaan
weer; op de achtergrond is nog net de onhulpzame priester met zijn misdienaar
zichtbaar. Aan de rechterzijde van de doorgang is nog een van de drie
biechtstoelen over die de kerk ooit rijk was.
DE KAPEL VAN O.L. VROUW VAN BANNEUX
T
egenover de Piëta,
tussen twee zware kolommen door, bevindt zich de kapel van O.L. Vrouw van
Banneux, de "Maagd der armen". Haar beeld prijkt op een klein altaar van
kostbaar marmer.
Voor deze kapel
vervaardigde Jonas drie wonderbaarlijke mooie engelenraampjes: links raadt de
engel Rafaël Tobias aan de vis te vangen om met de gal daarvan zijn blinde vader te
genezen; in het midden Jakobs droom van de ladder en de engelen en Elias met de
engel, en
rechts, wordt de arme Lazarus door de engelen in de schoot van Abraham gedragen.
Verwondering staat op zijn gelaat te lezen omdat dit met hem gebeurt, terwijl de
rijke man in het hellevuur verdwijnt. Frappant in deze kleine ramen is de rijke
kleurenverwerking.
Diverse
gekalligrafeerde teksten aanwezig in de kerk werden tussen 1943 en 1946 gemaakt
door Jac Gulikers.
De Parochiezaal
D
e
ramen in de parochiezaal
vervaardigd door pater Jo de Visser
s.c.j. verbeelden de zeven sacramenten: doopsel, vormsel, eucharistie, biecht,
ziekenzalving, priesterschap en huwelijk. De eucharistie, de biecht en de
ziekenzalving zijn afgebeeld:
KUNST BUITEN DE KERK
De
Koepelkerk van het H. Hart van Jezus, is
vanaf zijn eerste bouwplannen voorbestemd geweest om op een ruime manier religieuze
beeldende kunst op te nemen. De bouwmeester Boosten nam blijkbaar al spoedig
contact op met de toenmaals nog aan het begin van zijn ontwikkeling staande
glazenier Jonas. Nu kan men in deze kerk een belangrijk gedeelte van de
ontwikkelingsgang van deze kunstenaar volgen. Ook kregen Charles Vos, Charles
Eyck, Daan Wilschut, Maria van der Heyden, Hollewand en andere kunstenaars in de
loop van de tijd een kans in deze kerk, terwijl verschillende antieke beelden
werden aangeschaft. Zo bood de voormalige rectoraatskerk aan de kunstminnaar een
rijke collectie van soms minder, soms meer in het geheel geïntegreerde
kunstwerken.
Zoals
de ramen van Jonas tot een onafscheidelijk geheel met de architectuur van de
kerk moesten vergroeien, zo had architect Boosten aan de buitenzijde van het
gebouw een aantal vooruitspringende bouwstenen bestemd voor monumentale
beeldhouwkunst. De door Boosten gedachte
torens ontbreken nog steeds. Omstreeks 1960 kreeg de steeds op waardige
artistieke versiering beluste leiding van deze kerk de mogelijkheid om de
beeldhouwer Piet Killaars uit Maastricht (geboren te Tegelen 1922) aan
te zoeken, alvast een eerste begin te maken met dit tot nu toe verwaarloosde
deel van de monumentale artistieke aankleding. Hij kreeg de eerste groep van
twee blokken te kappen, die samen met nog twee andere van deze groepen, de 4 blokken aan de ingangspartij en 12 blokken onder de koepel, gezien kunnen
worden als behorende tot een cyclus. Aanvankelijk was de opzet van de
beeldhouwer de hele serie van deze bouwblokken tot een inhoudsgeheel te
verwerken. Hierbij werd gedacht aan een uitbeelding van de verlossing. Adam en
Eva zouden de zondeval symboliseren, Maria als moeder van de verlosser en
Christus die door zijn kruisdood de mens de toegang tot de hemel weer opende,
zouden de hoekstenen vormen. De vier evangelisten aan de ingangspartij en de
twaalf apostelen onder de koepel sloten deze cyclus af.
Jammer
genoeg is alleen de groep van twee blokken aan de westelijke zijkant
klaargekomen. Piet Killaars beeldde hierop uit: een madonna met aan de voet
daarvan de annunciatie (aankondiging), en de in het openbaar lerende Christus met de
kruisiging. In de uitbeelding lijkt hij zich te hebben laten leiden, niet
slechts door de vorm van, maar ook door de tijdstijl van de kerk. Hij was hierin
zeker niet vooruitstrevend, eerder behoudend in zijn manier van uitbeelden. Er
zijn werken bekend van Piet Killaars, die origineler en moderner georiënteerd
zijn. De poreuze samenstelling van de tufsteen doet een onregelmatig oppervlak
ontstaan, dat de beeldhouwer benut heeft, om het licht voldoende speling te
geven op zijn reliëfs. De vormen moeten daarom goed geaccentueerd worden, zodat
forse schaduwlijnen of schaduwvlakken kunnen ontstaan en er een duidelijke
aftekening kan plaatsvinden.
Eucharistieviering bij het afscheid van
Jan Schafraad als pastoor van de Koepelkerk te Maastricht. Zondag 8 november
2015:
26 juni 2022: honderd jaar Koepelkerk.
Pater Harrie Heesters S.C.J. 1937-2013.
Met dank aan pater Harrie
Heesters (†), Jac van den Boogaard, Jozeph van der Leegte en vele
anderen voor de geleverde achtergrondinformatie en/of andere activiteiten. Ook
werd gebruik gemaakt van de informatie opgedaan tijdens de inventarisatie van het kerkelijk kunstbezit uitgevoerd in opdracht
van het Bisdom Roermond.
Literatuur:
Dr. Joseph Viegen: Balans Der
Moderne Limburgse Wand- En Glasschilderkunst - Maastricht 1955.
Diverse auteurs: 100 in 1. Herdenkingsuitgave van
en over de Nederlandse Provincie van de Priesters van het H. Hart van Jezus, bij
gelegenheid van het honderdjarig bestaande van de Congregatie: 1878 - 28 juni -
1978.
Jos Nelissen
en Jac. van Term: Kerken van Maastricht, een
initiatief van het kerkbestuur van de parochie van de H.
Lambertus te Maastricht.-
Maastricht 1979.
W.A.A. Mes: De
Koepelkerk - Maastrichts Silhouet nr. 46, een uitgave van
de Stichting Historische Reeks Maastricht - Maastricht 1997.
Diverse auteurs:
SCJ-Contact maart 2005: Speciale uitgave. Zalig verklaring Leon Dehon 1843 -1925
- Breda 2005.
H.J.M. Heesters s.c.j.: Kunst in de Koepelkerk van Maastricht - De ramen van
de Koepelkerk - Maastricht 2007.
H.J.M. Heesters s.c.j.: Kunst in de Koepelkerk van Maastricht -
Rondwandeling door de Koepelkerk - Maastricht 2007.
H.J.M. Heesters s.c.j.: Kunst in de Koepelkerk van Maastricht -
In de nevenruimten. Kruisweg Charles Eijck. Appendix - Maastricht 2008.
Gusta van
der Leegte: enige bijzonderheden over onze gerenoveerde
meditatiekapel. Overkoepeling oktober 2014.