Stichting GRAFMONUMENTEN Sint Pieter.

Hendricus Godefridus JACOB - Maria Coleta Helena Hubertina PEREBOOM

- Een kruis, florale ornamenten -

Dit graf is geadopteerd. Vak B 34.

Hier rusten / Mijne geliefde ouders / de heer / Hendricus Godefridus / Jacob / overl. te Maastricht / 16 juni 1919 / en zijne echtgenoote / mejuffrouw / Maria Coleta / Helena Hubertina / Pereboom / overl.Te Maastricht / 30 aug. 1921 / ____ / Zij rusten in vrede

De ouders van Hendricus Godefridus JACOB waren:
Egidius Joseph JACOB geboren in 1837. Gilles Joseph overleed 6 maart 1900, 63 jaar oud te St. Pieter en werd 8 maart 1900 begraven te St. Pieter. Sterfhuis Blekerij 2. Hij was op 19 februari 1898 koffiehuishouder en 11 februari 1899 herbergier van beroep.
Zijn moeder Marie Cathérine HELIN overleed 4 februari 1868 te St. Pieter en werd 6 februari 1868 te St. Pieter begraven. Zij woonde op de Blekerij.

Maria Catharina  (Joanna) TIMMERMANS geboren en gedoopt op 10 december 1839 te Maastricht. Marie Catherine overleed 7 december 1908, 69 jaar oud te St. Pieter en werd bijgezet te St. Pieter.

 

 

 

 

 

 
Koster Joannes Rosier noteert: Maria Coleta Helena Hubertina PEREBOOM. Foto: collectie Breur Henket.

Hendrik werd geboren op 9 oktober 1873 te St. Pieter. Hij huwde Maria Coleta Helena Hubertina PEREBOOM, dochter van Petrus Hubertus Eduardus PEREBOOM (boekhouder in 1864) en Maria Ida Hubertina ROYMANS (koopvrouw in 1864), 15 mei 1900 te St. Pieter. De bruid heeft als voogd Michael Pereboom, orgelmaker, 53 jaar oud. Hendrik overleed 16 juni 1919, 45 jaar oud te St. Pieter en werd 20 juni 1919 te St. Pieter begraven. Maria werd op 18 oktober 1868 geboren te Maastricht. Zij overleed 30 augustus 1921, 52 jaar en 10 maanden oud te Maastricht en werd 1 september 1921 te St. Pieter bijgezet. Het echtpaar woonde in de Grote Staat te Maastricht.

Pereboom & Leyser.

Maria Catharina Hubertina JACOB. Foto: collectie Breur Henket.

De orgelmaker Willem Theodoor Pieter Hubert PEREBOOM was een broer van Petrus Hubertus Eduardus PEREBOOM. Zie: de bouwers van het orgel. Foto afkomstig van: SOL - Infopagina.

 

Dochter Maria Catharina Hubertina JACOB werd geboren op 6 juni 1902 te Maastricht. Zij huwde Johannes Hubertus BIDLOT, zoon van Egidius Martinus Hubertus BIDLOT en Maria Elisabeth BEERTS, 25 februari 1922 te Maastricht. Johannes werd geboren  op 2 september 1902 te Maastricht. Hij overleed 1 juni 1923, 20 jaar oud te Maastricht en werd 4 juni 1923 begraven te St. Pieter in vak B IV 10; het graf werd geruimd na 1 juni 1943. Sterfhuis Platielstraat 14 Maastricht. Handelsreiziger van beroep.

Opvallend is dat binnen deze familie dat vier zussen van Hendrik JACOB trouwen met 3 broers van de familie Wilhelmus Ludovicus FREDERIX en Maria Agnes PIETERS:

i. Antonius Wilhelmus Hubertus FREDERIX geboren op 20 april 1870 te Maastricht. Hij huwde Maria Catharina JACOB 19 februari 1898 te St. Pieter. Zie verder beneden.


ii. Willem Lodewijk Hubert FREDERIX geboren op 5 maart 1873 te Maastricht en gedoopt op 5 maart 1873 te Maastricht, St. Servaas. Hij huwde (1) Maria Gertrudis JACOB 11 februari 1899 te St. Pieter. Maria werd geboren op 10 december 1871 te St. Pieter. Zij overleed 17 mei 1915, 43 jaar oud te St. Pieter en werd begraven op 20 mei 1915 te St. Pieter. Bij overlijden Papenweg.

Willem huwde (2) Helena Henrica JACOB 18 maart 1916 te St. Pieter. Helena werd geboren op 27 december 1863 te St. Pieter en gedoopt op 28 december 1863 te St. Pieter. Helena overleed 7 mei 1950, 86 jaar oud te Beek en werd begraven op 11 mei 1950 te St. Pieter (vak B 42).

Dochter uit het eerste huwelijk Maria Helena Coleta Hubertina FREDERIX werd geboren op 20 februari 1911 te St. Pieter. Collette huwde Eugène Alphonse Jules RIJNDERS 11 november 1938 te Maastricht. Zie: vak Z Rijnders.

Willem overleed 30 november 1950, 77 jaar oud te Beek  en werd begraven op 3 december 1950 te St. Pieter (vak B 42).


iii. Joannes Julius Hubertus FREDERIX geboren op 15 mei 1875 te Maastricht en gedoopt op 16 mei 1875 te Maastricht, St. Servaas. Hij huwde Maria Catharina Jeannette JACOB 28 oktober 1911 te St. Pieter. Jean overleed 28 februari 1960, 84 jaar oud en werd begraven te St. Pieter. Jeannette werd geboren op 12 oktober 1879 te St. Pieter en gedoopt op 13 oktober 1879 te St. Pieter. Jeannette overleed 23 februari 1964, 84 jaar oud te Maastricht en werd begraven te St. Pieter. Zie: vak P Frederix.

Ook binnen de families LODEWIJK-WILLEMS en ROUMANS-DANIELS ziet men hetzelfde gebeuren (zussen ∞ broers):
i. Maria Agnes LODEWIJKS (LODEWICK)
huwt Wilhelmus ROIJMANS.
ii. Joanna LODEWICK huwt Nicolaus Reynerus ROUWMANS.
iii. Maria Helena LODEWICK (LODUWICK) huwt 14 september 1761 Joannes ROYMANS (ROIMANS ROUMANS).

Vak B 42: geruimd na 1950.

Maria Catharina Jacob

- Een kruis met J M J (Jezus, Maria, Jozef) -

Huurgraf.

Hier rust / zacht en kalm / mijn liefdevolle? echtgenoote / en zorgzame moeder / mej. / Maria / Catharina / Jacob / echtgenoote / van den / heer / Antonius / Frederix / geb. te / St.Pieter / 9.aug. / 1862. / overleden /  te Maastricht / 12. maart / 1922. / R.I.P.

De ouders van Maria Catharina JACOB waren:
Egidius Joseph JACOB geboren in 1837. Gilles Joseph overleed 6 maart 1900, 63 jaar oud te St. Pieter en werd te St. Pieter begraven in vak B 42. Op 19 februari 1898 wordt hij vermeld als koffiehuishouder; op 11 februari 1899 als herbergier.
Maria Catharina TIMMERMANS geboren en gedoopt op 10 december 1839 te Maastricht. Marie Catherine overleed 7 december 1908, 69 jaar oud op de Blekerij te St. Pieter. Dit echtpaar was afkomstig uit Beek.


Maria Catharina werd geboren op 9 augustus 1862 te St. Pieter. Zij huwde Antonius Wilhelmus Hubertus FREDERIX,
zoon van Wilhelmus Ludovicus FREDERIX (28 oktober 1911 rentenier) en Maria Agnes PIETERS (6 Jan. 1898 ontvangen voor 't graf van zal. Mar. Agn. Pieters huisv. Frederix 2 gulden 40 cent), 19 februari 1898 te St. Pieter. Maria Catharina overleed 12 maart 1922, 59 jaar oud aan de gevolgen van suikerziekte te Maastricht en werd 16 maart 1922 bijgezet in het familiegraf te St. Pieter. Zij had bruine ogen en donkerbruin haar.

Antonius werd geboren op 20 april 1870 te Maastricht en overleed 4 april 1927, 56 jaar oud aan de gevolgen van een slagaderverwijding (aneurysma) van de buikslagader (aorta abdominalis) te Weltevreden (voormalig Nederlands Indië). Hij werd ter aarde besteld op 6 april 1927 te Meester Cornelis Jakarta (nr. 7 op de plattegrond van Batavia). 1915: boekhouder wonende te Maastricht. Procuratiehouder. Grijze ogen en blond haar.

 

 

Naast staande foto, daterend van na 12 maart 1922, geeft de situatie aan voor de laatste uitbreiding van het kerkhof. Van de huidige kiezelpaden is nog geen spoor te zien.

 

 

Op de foto  een vingerwijzing naar de doorgebroken muur.

Een plattegrond van Batavia uit 1897.

 

De muur aan de zuidwestzijde is nog niet doorbroken. aan de achterzijde zien we het graf van Alexander KROLL († 1921) en het kruis van het latere graf van Matheus Egidius Hubertus Rosier († 1967), wellicht het graf van zijn vader Joannes Hubertus Rosier († 1921). Dit grafkruis is nog aanwezig maar dan 90 graden naar rechts gekeerd. Voor het grafkruis van Rosier zien we een graftrommel met een kruis aan de bovenzijde.

 

Een graftrommel is een met een glasplaat afgesloten verzinkte metalen trommel die op een graf wordt geplaatst. Meestal is deze trommel gevuld met kunstbloemen met beschilderde verzinkte bladeren en porseleinen bloemen. Soms werd een foto of een wens toegevoegd. De graftrommels werden vooral in de eerste helft van de 20e eeuw gemaakt en komen heden ten dage nauwelijks meer voor.

 

 

De vermoedelijke oorspronkelijke locatie van de afgebeelde graftrommel in vak B, voorheen Hubertus WOLFS en Maria Henriette Elisabeth SMEETS.

Interieur van de graftrommel.

 

De afgebeelde graftrommel moet dateren van omtrent 1933 of eerder (laatste bijzetting). De toenmalige pastoor Dohmen kreeg in 1977 de aanstelling tot pastoor van Sint-Pieter op de Berg, alwaar hij het verwaarloosde kerkhof de huidige definitieve inrichting gaf en het initiatief nam tot restauratie van de kerk. In 1992 ging hij met emeritaat. Guus Dohmen heeft persoonlijk een kaartenbak ingevoerd, zijn broer tekende een plattegrond van het kerkhof. Dohmen ging rigoureus te werk. Veel oude grafzerken werden geruimd tot verbijstering van velen; het bekende verhaal: er moest geld in het laatje. Ook de nog aanwezige graftrommel op het graf van het echtpaar Wolf - Smeets in vak B 75 moest wijken. Binnenin de graftrommel groeide het onkruid welig; het glas was stuk en ondoorzichtig geworden. De toenmalige kerkhofbeheerster Miets Morreau vroeg de pastoor of zij de graftrommel niet mee mocht nemen. Pastoor was akkoord en de graftrommel kwam in de loods te staan bij Miets thuis. Zie rechter foto. Deze graftrommel in niet meer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. De graftrommel was te zien in het Sint-Pieters Museum op de Lichtenberg van Stichting Oud Sint Pieter. Nadat deze Stichting haar museumactiviteit beëindigde in 2019 werd de graftrommel geschonken aan de het kerkbestuur van de Parochie van de Allerheiligste Verlosser en de H. Petrus en geplaatst in de kerkhofkapel. Lees verder: Dood.nl - webzine dat informeert en amuseert over zaken rond de dood en Stichting Grafmonumenten Sint Pieter in de media.

 

31 juli 2019

 

Inmiddels hebben Evert Jan Halkus (restaurateur van vele graftrommels) en Leon Bok een mooie gerestaureerde graftrommel afgeleverd bij Stichting Grafmonumenten Sint Pieter. Deze graftrommel zal een ereplaatsje krijgen op ons kerkhof als symbool voor de inspanningen verricht door de velen die zich bezighouden met onderzoek naar, het herstel van en het behoud van het funeraire erfgoed. Zie: vak B Klaessens.

 

Anton vertrok na het overlijden van zijn echtgenote naar het toenmalige Nederlands Oost-Indië om zich bij zijn hier inmiddels wonende oudste dochter en schoonzoon te vestigen. Anton was procuratiehouder. Hij had blond haar en grijze ogen.

 

Kinderen geboren te St. Pieter:


i. Maria Catharina Agnes FREDERIX geboren op 18 december 1898.
ii. Agnes Annette Hubertine FREDERIX geboren op 25 november 1900. Zij huwde Wilhelm Bernard VAN DER WERFF 20 december 1919 te Maastricht.
iii. Maria Catharina Agnes FREDERIX geboren op 31 mei 1902.

Miets Caberg weet zich te herinneren:

“Wij werkten op het kantoor van de Radiodistributie in de Boschstraat. Daar kregen we regelmatig berichten door wanneer er vliegtuigen onderweg waren naar Maastricht. Het zal tussen vijf en half zes zijn geweest op die bewuste 18de augustus 1944 toen de directeur tegen ons zei ‘ga maar naar huis, want er komen vijandelijke vliegtuigen onze kant uit!’ We waren halverwege de Boschstraat toen het luchtalarm afging en zijn toen met zijn tweeën (Miets Caberg en Mia Huijnen) achter de deuren van de Sint Matthijs ingedoken. Het kan ook zo zijn dat wij gelijk vliegtuigen hebben gehoord en daarheen zijn gevlucht. Dat weet ik niet meer exact. We dachten dat ons achter zulke zware deuren niets kon gebeuren. We hebben er een hele tijd staan wachten. We wisten dat het Amerikaanse toestellen waren. Er was namelijk sprake van vijandelijke toestellen en aangezien we nog bezet waren door de Duitsers spraken die natuurlijk van vijandelijke toestellen, al waren het voor ons de toestellen van vrienden…

Onze directeur was van de verkeerde kant. Hij zat bij de NSB. We hadden nooit last van hem, maar naderhand hebben ze hem óók opgepakt. Mijn broer was met anderen aan het kanoën op de Maas. Ze maakten dat ze aan de kant kwamen en hebben zich daar platgedrukt in het gras.

Hortense Frederix, een meisje van ongeveer 25, woonde bij ons op de Papenweg. Ze had ook vakantie en was met haar verloofde Pierre Vermeeren gaan fietsen. Toen ze ter hoogte van de spoorbrug kwamen, vond hij de dood. Hortence is nadien nooit meer een relatie aangegaan. Het verlies van die jongen moet haar heel diep hebben geraakt.”

Bron: fragment uit een interview afgenomen door Dhr. Rob Kamps in het kader van Zicht op Maastricht.

Het gezin Frederix-Jacob omtrent 1945, Papenweg nr. 65 te Maastricht. V.l.n.r. Joannes Julius Hubertus Frederix (1875-1960), dochter Hortense Maria Agnes Catharina Frederix (1919-1964), dochter Ton, overleden 16 maart 1999 en Maria Catharina Jeanette Jacob (1879-1964).

 

 

In tegenstelling tot hetgeen hierover verhaald wordt, vond dit gebeuren plaats op de Meerssenerweg, ter hoogte van de Prof. Nijpelsstraat. Hortense ("Taoske") woonde samen met haar jongere zus Ton op de Papenweg nr. 65, bij haar ouders, die zij tot hun beider overlijden heeft verzorgd (mededeling van Dhr. Ton Wijnands, achterneef van Hortence Frederix).

De ouders van Pierre VERMEEREN waren Petrus Hubertus Alexander VERMEEREN en Maria DESAIVE. Pierre werd geboren op 12 december 1911 te Maastricht (Wyck). Pierre overleed 18 augustus 1944, 32 jaar oud tijdens het bombardement te Maastricht op 18 augustus 1944. Bron: Stamboom Vermeeren.

Volgens Dhr. J. Colleije van de Meerssenerweg 273 te Maastricht zijn bovenstaande opnamen gemaakt op de hoek van de Meerssenerweg met de Prof. Nijpelsstraat op 18 augustus 1944, direct na het Amerikaanse bombardement op Roed Dörrep. Dit is juist wat betreft de rechter foto. Navraag gedaan door Ton Wijnands bij enkele, hier geboren en getogen oudere bewoners (Mevr. Th. Dubois-IJzermans, Albertiplein 15 - in 2010, 78 jaar oud -  en Mevr. B. van Weert-Jongen, Antonius Bieleveltstraat 27 - in 2010, 85 jaar oud - , die het inferno van 18 augustus 1944 hebben meegemaakt, leverde na onderling overleg het stellige antwoord dat de linker foto de oostzijde van het (nog bestaande) pand Antonius Bieleveltstraat nr. 34 moest zijn. Ook het hekwerk, dat hier de voortuintjes begrensde, herkenden zij. Een deel van zo'n hekwerk werd nadien elders in de wijk geplaatst. De achtergrond (links op de foto) is dan de achterzijde van de hogere bebouwing aan de Franciscus Romanusweg; de gebouwen in het midden maakten ooit deel uit van de Rema, oftewel "de steinsjesfebrik".

Het echtpaar Frederix-Jacob: Maria Catharina Jacob (1862-1922) en Anthonius Wilhelmus Hubertus Frederix (1870-1927).

 

2 broers Frederix huwen 2 gezusters Jacob.

Mededelingen en foto's: Dhr. Ton Wijnands, kleinzoon van Maria Catharina Jacob.

 

Het geadopteerde graf Jacob - Pereboom werd de laatste rustplaats voor Christiaan Breemer ter Stege. Omdat ten tijde van de begrafenis van Pastoor Guus Dohmen niet gelet was op de indeling van betreffend vak heeft Stichting Grafmonumenten Sint Pieter deze situatie in 2009 gecorrigeerd. Zie: de graven van het gezin Willem ROYMANS en Maria Ida CLAESSENS. Het grafmonument Jacob diende een aantal meters naar links opgeschoven te worden - naar vak B 30 -  ten einde de herplaatsing van de grafsteen Roymans mogelijk te maken. De stoffelijke resten behorend bij het graf Jacob - Pereboom blijven ter plekke op de oorspronkelijk plek rusten.

 

Christiaan Breemer ter Stege

Chris Breemer ter Stege / 3 mei 1948  19 maart 2010

rust zacht lieve chrisje

 

 

 

 

 

De restauratie en opbouw.

14 juni 2010 werd het betonkader van het voorwerk gelegd.

 

23 juni 2010 werd het grafmonument opgebouwd en werd deze restauratie afgesloten. Het oude monumentgedeelte - de stèle - is een composiet gemaakt van een mengsel van cement en zand. Het voorstuk is gemaakt van Franse kalksteen, een compacte fijnkorrelige steen in de kleur wit tot lichtgeel en weervast. Stèle en voorwerk zijn geïntegreerd. De bloemen in bas-reliëf uitkomend van onder het kruis eveneens in bas-reliëf en naar elkaar buigend in kransvorm op de stèle symboliseren de ziel. Zoals de bloem haar hart opent naar het zonlicht, zo opent de mens zijn ziel voor God. Centraal een bloeiend Latijns kruis, dat aan de Drie-eenheid herinnert. Ook de gewelfde driedubbele rand in haut-reliëf met drie accenten verwijst naar de Drie-eenheid en eindigt in een vierkant met drie gesloten hoeken en een open hoek. Het vierkant representeert de aarde en het aardse bestaan. In de golvende buitenrand van het bovenstuk en de vorm van de bloemstelen en bladeren kan men de invloed van de Art Nouveau of Jugendstil herkennen.

De heilige drie-eenheid, drievuldigheid of triniteit (van Latijn: trinitas) is de theologische opvatting in veel takken van het christendom dat God bestaat in drie heilige personen: de Vader, de Zoon (Jezus Christus) en de Heilige Geest (vergelijk het kruisteken). In deze betekenis krijgt het woord een hoofdletter. Met name van belang is het standpunt dat Jezus een incarnatie van God zelf was. De Drie-eenheid is in de Late Oudheid en de vroege middeleeuwen onderwerp van strijd geweest: met name Arianen hebben zich verzet tegen erkenning van de Drie-eenheid.

 

H. Drie-eenheid (Zuidelijke Nederlanden, olieverf op doek, ca. 1700). Bron: Museum voor Religieuze Kunst, Vorstenburg.
 

Reeds in 1628 werden deze voorstellingen van de H. Drieëenheid zeer nadrukkelijk verboden en moesten alle voorstellingen in opdracht van paus Urbanus VIII verband worden. Toch bleef de voorstelling in de prentkunst voortdurend opduiken. Als schilderij is de weergave van het moeilijk te bevatten begrip “Drie-eenheid” uiterst zeldzaam.
De staande figuur met de drie hoofden houdt een omgekeerde driehoek voor zich, waarin van links naar rechts en met de klok mee de volgende tekst staat: Pater/non est/Filius/non est/Spiritis/non est” (De Vader is niet de Zoon, de Zoon is niet de H.Geest en de H.Geest is niet de Vader). De drie personen worden daarnaast weer met elkaar verbonden door drie maal het woordje “est”, dat verwijst naar het centrale “Deus” (God). Onderaan staat de regel: “St.Trinitas unus Deus”.